Kinderexcursie Het soort waardplant levert, in com binatie met de vorm van de gal vol doende informatie op om te bepalen welke galveroorzaker aan de gang geweest is. Braakballen Speuren naar sporen doe je met alle zintuigen. Een vossenburcht is dui delijk te ruiken, net zo goed als het nest van een bunzing. De rupsen van de wilgenhoutvlinder leven binnenin de stam, maar door de doordringen de terpentijngeur die ze verspreiden zijn ze toch niet al te moeilijk op te sporen. Veel dieren markeren hun territorium met een "geurvlag"; en dat is precies wat we zien gebeuren als een hondje tegen elke boom langs de straat even staat te piesen. Sporen van vogels zijn ook veel meer dan alleen de afdruk van de poten in natte slik of verse sneeuw. De holte van een specht, de smidse van een lijster en de begraven eikels van een Vlaamse gaai zijn een paar bekende voorbeelden. Braakballen vormen voor spoorzoe kers een buitengewoon dankbaar onderwerp. Je slaat twee vliegen in één klap: aan de vorm en de inhoud van een braakbal kun je bepalen van welke vogel die afkomstig is. Maar dikwijls is de inhoud van een braak bal ook nog geschikt om verder uit te vlooien wat de vogel gegeten heeft. Schedels en botten van mui zen en spitsmuizen, schelpenresten en zelfs ringen van gevangen vogels kun je in zo'n braakbal aantreffen. Niet alleen uilen, maar ook roofvo gels, meeuwen en ijsvogels produ ceren braakballen. Natuurlijk zijn in deze korte inleiding lang niet alle diersporen de revue gepasseerd. Het slijmspoor van een tuinslak, een spinnenweb, keutels van allerlei zoogdieren en nog veel meer. En wie weet treffen we toch zo'n ochtend met verse sneeuw, waarop je stom verbaasd staat van het aantal mui zensporen en waarbij je op de meest onverwachte plaatsen reeën- of vos- sensporen aantreft. Onze diersporenexcursie wordt vooral een ontdekkingstocht. Op zaterdag 27 februariom 10.00 uur starten we vanaf het koetshuis op het landgoed Ter Hooge bij Middel burg. We gaan voor minstens 25 ver schillende diersporen op deze excur sie. U komt toch ook? Landgoed Ter Hooge is een kasteel met daaromheen een bos, een park met een vijver en aan de randen akkers en weilanden, je kunt veel verschillende soorten dieren tegenkomen als je daar loopt. Maar ook als de dieren er niet zijn tijdens een wandeling kun je toch te weten komen dat zij er leven en er geweest zijn. Dat zie je aan sporen. Tijdens de donateursexcursie op zaterdag 27 februari is er een speciale "kindersporenspeurtocht". We gaan speuren naar sporen en doen daar allerlei leuke dingen mee. Het maakt niet uit hoe oud je bent, als je er zin in hebt ben je welkom! Bij sporen denk je misschien meteen aan een pootafdruk. Dat noemen we een prent. Op Ter Hooge kun je prenten vinden van bijvoorbeeld konijnen of reeën. Je kunt eraan zien welke kant de ree opgelopen is en hoe snel ze gelopen heeft. Als we duidelijke pootafdrukken tegenkomen, gaan we er met gips een afdruk van maken, zodat je de prent thuis kan laten zien. Een ander soort sporen zijn vraatsporen. Aan takken kan geknabbeld zijn door een konijn, haas of muis. Maar muizen knabbelen ook aan vruchten en nootjes, zoals kastanjes. Ook vogels laten vraatsporen achter. De lijsters die op Ter Hooge leven eten graag slakken. Om die te kunnen pakken slaan ze de slakkenhuisjes kapot. Een bijzonder vogelvraatspoor dat je op Ter Hooge tegen kunt komen is een hakspoor van een specht. Een specht klemt denneappels en hazelnoten tussen de spleten in de bast van een boom, zodat hij makkelijk in die vruchten kan pikken. Andere vogelsporen waar we naar gaan speuren zijn veren. Misschien vinden we een zwart-witte veer van een ekster, of een hele mooie blauw- gestreepte van een vlaamse gaai. We kunnen ook weten dat er dieren geweest zijn als we poep vinden. Een drol van een egel, of een hoopje keutels van een konijn. We gaan onderzoeken wat de dieren gegeten hebben door de onverteerbare resten in de poep te bekijken. Als bijvoorbeeld een lijster bessen gegeten heeft, is de poep paars of rood en kunnen we er pitjes in zien zitten. Trek daarom op 27 februari laarzen en kleren aan die vies mogen worden en ga met papa, opa of tante mee naar de sporenexcursie op Ter Hooge. Wij lopen een andere route dan de grote mensen, maar komen wel op dezelfde tijd terug. Carolien Abrahamse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1998 | | pagina 7