10 AMFIBIEËN KRIJGEN DE RUIMTE DOOR PETER MAAS, STICHTING LANDSCHAPSBEHEER ZEELAND Lijsten, u kent ze wel. Er zijn maar weinig dier- of plantengroepen te vinden waarvoor dergelijke lijsten (nog) niet zijn opgesteld. Een soort wordt niet voor niets op zo'n lijst gezet. Het betekent in feite alarm fase één voor die soort die uit ons land of zelfs uit Europa dreigt te verdwijnen als er niet snel concrete maat regelen worden genomen. Helaas gebeurt het lang niet altijd dat een dergelijke lijst ook gevolgd wordt door een actieprogramma mét financiële paragraaf, en dus wordt de lijst langer met meer bedreigde soor ten. Af en toe is er wel zo iets en kunnen we aan de slag. In Zeeuws-Vlaanderen bijvoorbeeld met het Project Herstel Amfibiebiotopen Zeeuws- Vlaanderen. Eind '97 is het project van start gegaan. De Kruisdijkschans tussen Aardenburg en Sluis, een Staatsnatuurmonument, werd als eerste aangepakt. Omringende grachten werden uitgebaggerd en weer geschikt gemaakt voor amfibieën. Boomkikkers, daar wachten we hier op, want die hebben er ooit gezeten en in de directe omgeving, zoals Aardenburg of Retranchement, hebben ze nog steeds een bolwerk. De boomkikker is een soort die binnen dit project speciale aandacht krijgt, naast de kamsalamander en rugstreeppad, gevolgd door de alpenwater salamander en groene kikker. Misschien is het wat vreemd om te zeggen, maar binnen dit project is geld nu eens niet het probleem. Er zijn verschillende instanties bereid ge vonden om het te ondersteunen en de opzet is om binnen een periode van ongeveer drie jaar zo'n drie- tot vierhonderd biotopen aan te leggen of te herstellen. Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij doet met zijn bijdrage van bijna 50% een flinke duit in het zakje, afkomstig uit de GBV-regeling (Gebied sgerichte Bestrijding Verdroging). Ook komt er nog wat uit een potje soortenbeleid van datzelfde ministerie. De provincie Zeeland draagt bij uit het Waterhuis houdingsplan, vanuit 5b komt er Europees geld binnen en tot slot wordt het geheel aangevuld door SLZ en eigenaren. In totaal gaat het om net iets minder dan 1 miljoen. Dat lijkt veel, maar of het genoeg is om een soort als de boomkikker definitief voor de streek te behouden, blijft vooralsnog een open vraag. Maar waar vind je in Zeeuws- Vlaanderen drie- tot vierhonderd geschikte plekjes om een biotoop aan te leggen voor die amfibieën? Niet overal is een put erbij zinvol en zeker niet overal kun je verwachten dat de genoemde soorten het nieuwe leefgebiedje zullen kunnen vinden. Daarom concentreren we ons eerst en vooral op die gebieden waarvan we weten dat er nog boomkikkers of kamsalamanders zitten en proberen we die gebieden zo optimaal mogelijk in te richten. Daarna kijken we in de directe omgeving. Zijn daar soms mogelijkheden om iets nieuws te creëren en is het denkbaar dat het kruipend gedierte deze plek weet te bereiken? Begin '99 hebben we inmiddels op zo'n 100 verschillende adressen ongeveer 125 biotopen aangelegd of her steld. Dat is een goed begin, maar we zijn naarstig op zoek naar nieuwe locaties! Een opti maal biotoop bestaat in de eerste plaats natuurlijk uit een water partij, veedrinkput of poel. Dat moet helder, gezond water bevatten, liefst met veel waterplanten. Maar ook de om geving van zo'n poel is van het grootste belang. Liefst wat ruigte, lang gras of bramen en struweel. Al met al heb je toch een redelijke oppervlakte nodig, want zo'n put meet al gauw twintig meter in doorsnede. Informatie bij Stichting Landschapsbeheer Zeeland: 0115-610717 of 0113-230936.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1999 | | pagina 8