tfta UIT HET BEHEER "Verschrikkelijke sneeuwmannen" gesignaleerd op Neeltje fans Een verslag van natuurgids Hans Boomstra. Zondag 7 februari 1999, 14.00 uur, temperatuur rond het vriespunt, windkracht 7, hevige sneeuwbuien. De maandelijkse open excursie op Neeltje Jans begon al goed. De eer ste 5 minuten was het voor ieder een onmogelijk om uit zijn auto te komen. We dachten dat we ver dwaald waren en ergens op de poolcirkel terechtgekomen waren. Maar ja, wat doe je als er zeven echte natuurliefhebbers staan te wachten. We kropen onze auto's uit, de regenbroeken in en zetten de bontmutsen op. Petra heette, met een warme blik in haar ogen, de gasten welkom. Er werd nog be leefd gevraagd of iedereen wel wist waar hij aan begon, want het zicht was op dat ogenblik zo'n meter of vijf. Maar men was vol goede moede en de excursie kwam op gang. De eerste 100 meter werd strompelend afgelegd. Gelukkig kwam daar de eerste bocht en stonden we iets uit de wind zodra begonnen kon worden met het ver haal. Inmiddels was het iets minder gaan sneeuwen en was het zicht opgelopen tot wet een meter of tien. We wandelden dan ook direct door naar een duin doorn die vol zat met nesten van de bastaardsa- tijnrups. Petra vertelde hier iets over en ik wenste dat ik ook zo'n rupsje was met wat antivries in mijn lichaam want we stonden natuurlijk net voor een pracht van een wind gat. Intussen was het weer harder gaan sneeuwen en trokken we ver der. Omdat we maar met een klein groepje waren besloten we de duinen in te trekken om nog iets beschut te lopen. Inmiddels was ie dereen van zijn kruin tot zijn tenen al wit geworden. In de duinen aangekomen bleek het van ons wel een goed idee te zijn geweest om hier te gaan lopen. De weergoden dachten er echter anders over want nu brak er een complete sneeuwstorm los. We zijn met z'n allen een duinpannetje ingekropen om toch nog enigszins beschut te zijn. Ik heb nu voor het eerst van mijn leven in februari "lekker" in een duinpannetje gelegen, toegedekt door een deken van sneeuw. Toen we opstonden waren we dan ook echt de Verschrik kelijke sneeuwmannen. Maar ja, zoals echte natuurliefhebbers be taamt, onder hard gelach met tinte lende vingers, ijsvoeten, bevroren neuzen en krakende oren was iedereen het er mee eens dat deze excursie gewoon doorgezet moest worden. En dat hebben we dan ook gedaan. Om halfvijf waren we weer terug bij het startpunt, ledereen half bevroren maar met een zeer tevreden gevoel. Dat hadden we toch maar even gepresteerd; 2 1/2 uur in een sneeuwstorm lopen, zonder gemor en geklaag. Door en door koud, helemaal wit, maar met een tevreden gevoel en de gedachte "wat is Neeltje Jans toch mooi. Ook in de kou". Visioenen voor de kust Zijn het millennium-kriebels, komende veranderingen in het Europese landbouwbeleid, een eventueel dreigende inkrimping van de Zeeuwse recreatie-sector, of echte liefde voor het Zeeuwse landschap? Feit is dat overheden en maatschappelijke sectoren, de natuurbescherming incluis, de laat ste maanden de ene toekomstvisie na de andere uitbrengen, waarin voor deelgebieden van Zeeland fraaie, en soms fantastische toe komstbeelden worden geschetst. FHet Zeeuwse Landschap maakt voor een aantal van zulke studies deel uit van werkgroepen, en lanceerde zelf afgelopen zomer haar 'Tuin van Zeeland'-plan voor het gebied tussen Middelburg en Koudekerke. De grotere Zeeuwse natuur organisaties gezamenlijk zullen binnenkort een 'Groen Manifest voor Zeeland' uitbrengen, waarin onze voorstellen en wensen voor de komende jaren zijn samengevat. Eind februari j.l. brachten de ge meenten Oostburg en Sluis-Aarden- burg het conceptrapport 'Recreatie visie West Zeeuwsch-Vlaanderen' uit. Vooral de kust van deze regio speelt een belangrijke rol in deze toekomstverkenning. Het Zeeuwse Landschap is de grootste beheerder van natuurgebieden in West Zeeuws-Vlaanderen, en er is hier de komende jaren sprake van een aanzienlijke gebiedsuitbreiding in het kader van de realisering van de Zeeuwse Ecologische Hoofd structuur. Deze recreatievisie is dus ook voor onze Stichting van groot belang. Alhoewel er flinke ruim telijke claims voor nieuwe verblijfs- recreatie aan de kust worden opgevoerd; 70 hectare campingop pervlakte, nieuwe huisjes-terreinen bij Sluis, Cadzand-Bad en Nieuwvliet (die markt is toch oververzadigd?) en nieuwe omvang rijke hotelaccomodaties in de be bouwde kom van Breskens en Cadzand-Bad (s.v.p. niet nog meer hoogbouw), wordt er in deze visie ook veel ruimte voor natuur en landschap gereserveerd. Naast de uitbreiding van natuurge bied in de kust zoals die in het Streekplan is opgenomen, ca. 120 ha, is door de twee gemeenten het eerder door de regionale natuurver- eniging 't Duumpje en plaatselijke recreatie-ondernemers uitgebrachte plan 'Kust in Kleuren' grotendeels overgenomen. Dit plan komt er onder andere op neer dat de smalle zeereep van Zeeuws- Vlaanderen wordt verbreed middels de aanleg van duingebieden. Huidige en nieuwe natuurgebieden worden door deze vorm van land schapsbouw met elkaar verbonden,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1999 | | pagina 18