AFSCHEID VAN EEN GEDREVEN DIRECTEUR Na een dienstverband van 23 jaar verliet directeur Robert Willems Het Zeeuwse Landschap. In dit interview een terugblik op het kleinschalige begin, de stormachtige groei en de ups en downs in de afgelopen decennia. "Het Zeeuwse Landschap heeft nadrukkelijk zijn partijtje meegeblazen in de ontwikkeling van Zeeland", zo vat Willems zijn ervaringen samen. Ons gesprek vindt plaats op een zonnige ochtend, op het tuinterras van de familie Willems, langs de oever van het Veerse Meer. Het begon allemaal aan het toen malige Delta-Instituut in Yerseke. Daar was een studentenvertrekje beschikbaar om er kantoor te hou den voor de eerste directeur van Het Zeeuwse Landschap. Aanvankelijk lag dat niet in de bedoeling. Er was kantoorruimte gereserveerd in het Landbouwcentrum in Goes, maar die bleek op het laatste moment niet beschikbaar. Robert was overgeko men van het Zuid-Hollands Land schap, waar hij als districtsbeheerder werkzaam was. Hij waagde de sprong naar het Zeeuwse mede om de aantrekkelijke natuurterreinen die er te beheren waren. Heesterlust, de Zeepeduinen, en last but not least het Verdronken Land van Saeftinghe. "Dat waren geen van alle eigendom men van Het Zeeuwse Landschap" herinnert Willems zich. In de Zeepe duinen en Heesterlust had de stich ting formeel alleen maar wandel rechten, en dat bleek al spoedig een erg wankele basis. Heesterlust werd verkocht, "maar gelukkig fantastisch gerestaureerd" en de Zeepeduinen kwamen uiteindelijk in beheer bij onze zusterorganisatie Natuurmonu menten. Voor het Verdronken Land van Saeftinghe was een Akte van Ingebruikgeving overeengekomen met de Staat der Nederlanden, maar de financiering van het beheer was nog niet rond. Dat werd Willems' eerste klus en tevens de bron waar uit zijn eigen salaris moest worden betaald. Met waardering herinnert Willems zich de opstelling van de toenmalige gedeputeerde Van Geesbergen. Er was veel te regelen om de basis te leggen voor de finan ciering van de Stichting, bijvoorbeeld welke hectares wel of niet voor be heersvergoeding in aanmerking kwa men en of de provincie al of niet de regeling van het Rijk zou volgen. Van Geesbergen werkte volop mee en er kwam een goede financiële basis voor het werk van Het Zeeuwse Landschap. Kantoor aan huis De volgende stap was het opzetten van een werkorganisatie. Voor de komst van Willems was er bij de Stichting slechts één full-timer in dienst: Saeftinghe-beheerder Jos Neve. Naast hem hield Lenie Rouw als part-time medewerkster de donateursadministratie bij. Het complete archief van de Stichting was opgeborgen in een enkel laden- kastje. Het wordt op het hoofd kantoor nog steeds zorgvuldig bewaard). Al spoedig moest naar andere kan toorruimte worden omgezien, temeer omdat het kantoortje in Yerseke slechts gebrekkig verwarmd kon worden. Willems kocht een huis met kantoor in Kortgene en begon van daar uit aan de uitbouw van de organisatie. Al spoedig barstte ook het huis-kan toor in Kortgene uit zijn voegen en toen werd met inzet van werkgelegen- heidspersoneel het Koetshuis op het Landgoed Landlust omgebouwd tot kantoorruimte. Landlust was in de 1991. Voormalig voorzitter Vogel overhandigt een welkomsttaart aan de 10.000-ste donateur. Els (tweede van links) en Robert Willems (geheel rechts) doen mee aan de feestelijk heden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1999 | | pagina 11