Het is winter. Om ervoor te zorgen dat we het niet koud hebben, doen we dikke kleren aan. Of we zitten in een warm huis en kijken uit het raam. Als je een tijdje kijkt, zie je vast wel een aantal vogels! Zij beschermen zich ook tegen de kou door dikkere kleren: in de winter krijgen ze ongeveer duizend pluimen meer!! Maar hoe zit het met hun eten, in de winter? Want ook in de winter moeten vogels zelf voor hun eten zorgen. Sommige soorten vogels, zoals lijsters en mussen, eten vooral besjes, zaden en vruchten. Ze hebben een korte, sterke snavel waarmee ze zaden open kunnen maken. Als het in de winter koud is, kunnen deze vogels niet zo makkelijk eten vinden. Je kunt ze dan een beetje helpen. Hoe je dat kunt doen,lees je verderop. 7° o et-s7<f i/eer w vee*- Er zijn ook vogelsoorten die vooral insekten eten. Voor hen is het in ons land niet zo mak- kelijk in de winter. Want als het zo koud is, vliegen er niet zoveel insecten. Vogels die insecten eten, zijn bijvoorbeeld roodborstjes, koolmezen, merels en winter koninkjes. Zij blijven in de winter in Nederland. Maar een aantal andere vogelsoorten die insecten eten, trekken in de winter naar warmere streken waar ze wel genoeg insecten kunnen vangen om hun buikje te vullen en waar het niet zo koud is. Vogels die dat doen zijn bijvoorbeeld de zwaluw, noordse stern en het paapje. Ze maken dan lange reizen. Een boerenzwaluw bijvoorbeeld vliegt meer dan drieduizend kilometer om in het zuiden van Afrika de winter door te brengen. Er zijn ook vogels die in ons land de winter doorbrengen omdat zij in gebieden leven waar het in de winter nog veel kouder is dan in Nederland, zoals de Scandina vische landen. Ganzen zijn een voorbeeld van deze wintergasten. Zij eten land- en waterplanten. Aan de slag!! 1. Zoek een veer. a. Is het een donsveer, een dek- veer of een slagpen? b. Een veer zit stevig in elkaar. Doordat hij goed aansluit, kan er geen kou doorheen. Kijk eens goed, hoe de veer in elkaar zit. Als je een vergrootglas ge bruikt, kun je het nog beter zien. Zie je de verschillende onder delen? c. Is een jas van veren voor een vogel waterdicht? Laat maar eens een druppel water op de veer vallen, dan weet je het antwoord. d. Teken de veer die jij gevonden hebt. Doe dat in de goede kleuren. 2. Als het erg koud is, kun je vogels een beetje helpen door ze te voeren. Da's nog leuk ook, want als je het voer een beetje bij het raam legt kun je de vogels, terwijl jij binnen zit, bespieden en eens goed be kijken! Voer vogels niet te vaak, want dan leer je ze de gewoonte om zelf eten te zoeken af. Insecteneters eten in de winter ook weieens granen, zaden en besjes om toch hun buik vol te krijgen. Wat je kunt voeren, en welke vogels dat graag lusten, lees je hier: - (Rot)fruit of schillen en klok huizen. Vooral merels, lijsters en spreeuwen zijn hier dol op. - Een roodborstje, dat eigenlijk een 5 /ff /fret' /,C X

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1999 | | pagina 16