DRIE HAVENS
EN EEN POLDER
6
DOOR A.C.J. WILLEBOORDSE
Wie wel eens door de Aardenburgse Havenpolder wandelt of erlangs fietst, zal direct het karakteristieke
opvallen dat zoveel polders in Zeeland kenmerkt: ook deze polder is laag en uitgestrekt.
Toch is hij minder gewoon dan op het eerste gezicht lijkt. Alleen al de naam: Aardenburgse Havenpolder.
Aardenburg mag als bekend worden
verondersteld, het is dat rustieke
stadje dichtbij de grens, omringd
door het vlakke en nagenoeg lege
West-Zeeuws-Vlaanderen. Maar
havenpolder? Haven? Temidden van
de landen kan hoogstens een kwa
jongensvlotje gevaren hebben, toch
nooit een behoorlijk schip. En dan
die eigenaardige vorm van de polder:
langgerekt, maar smal, vierenhalve
kilometer lang en slechts een paar
honderd meter breed.
Nog ongebruikelijker is zijn ouder
dom. De polder is voor Zeeuwse en
West-Zeeuws-Vlaamse begrippen erg
jong: hij werd pas in de vorige eeuw
aangelegd. Het gebied zelf is daaren
tegen bijzonder oud en het gebruik
ervan, als toegangshaven van Aar
denburg, gaat zelfs terug tot het
begin van de jaartelling. Het vreemdst
van al is echter, dat hier sindsdien
niet één, maar drie havens hebben
gelegen.
Romeinen
De oudste haven dateert van het
laatste kwart van de tweede eeuw.
Ingenieurs van het Romeinse leger
kregen rond 170 na Chr. de opdracht
een militaire versterking aan te
leggen ter verdediging van de 'West-
Zeeuws-Vlaamse' kust. De beste
lokatie was een plaats die vanwege
het overstromingsgevaar niet direct
aan de zee lag, gemakkelijk over
water bereikbaar was en zo mogelijk
een hoge ligging had. Al deze ele
menten vonden zij in een plaats op
een heuvelrug waar deze doorsneden
werd door een klein riviertje. Hier
De Aardenburgse Havenpolder en
omgeving (1:50.000)
Uit: Grote Topografische Atlas,
Wolters Noordhoff, 1987 p. 66
werd een fort gebouwd voor circa
vijfhonderd soldaten, in de nabijheid
waarvan al snel een haven en een
dorp met iets van een handelswijkje
ontstond. De nederzetting, waar
schijnlijk Rodana geheten, is de
oorsprong van het huidige Aarden
burg. Rodana werd genoemd naar
het riviertje de Rudanna, dat ten
minste gedeeltelijk gelopen moet
hebben over het gebied waar nu de
Aardenburgse Havenpolder ligt.
Hierlangs werd een diversiteit aan
goederen aangevoerd zoals levens
middelen, bouwmateriaal en luxe
artikelen. Verder noordelijk mondde
het uit in een zeearm, een inham in
de strandwallen aan de kust.
Rodana werd reeds na een eeuw, in
het laatste kwart van de derde eeuw,
om een samenstel van redenen
verlaten: vijandelijke plunderaars,
een te zwakke lokale economie en
een gestaag stijgend grondwater
niveau door bodemdaling en veen-
afgravingen. Samen met een ver
hoogde activiteit van de zee bracht
dit grote schade toe aan het wallen-
systeem aan de kust, dat rond 450
geheel werd opengebroken.
In de getijdegeulen die hierdoor
ontstonden had de zee vrij spel,
verdween de Rudanna en was
bewoning onmogelijk.
Vlamingen
Het is pas in de achtste of negende
eeuw dat er in het gebied weer wat
mensen verschijnen. Het waren
vooral schaapherders die het door
opslibbing ontstane kweldergebied
ten noorden van Aardenburg in bezit
namen. Daar lieten ze hun schapen
grazen die zowel vlees en melk
opbrachten als wol leverden, dè
grondstof voor de later zo belang
rijke textielnijverheid.