Neeltje jans
(Archief Zeeuws
Landschap)
neer dat er een vijver gegraven
wordt, en van de vrijkomende
grond wordt iets verder een zoge
naamde vliedberg gemaakt. De
leesbaarheid van het landschap
wordt hierdoor sterk verstoord,
zeker als je tien tot twintig jaar
verder bent en niemand meer weet
wat wel of niet authentiek is."
Verdedigingslinies en
boomkikkers
Van Dierendonck: "Belangrijke cul
tuurhistorische objecten, met vaak
tevens belangrijke landschaps- en
natuurwaarden, zijn de verdedi
gingslinies, met schansen, fortifi
caties en stadswallen. Fortificaties
zijn vooral aanwezig in Zeeuws-
Vlaanderen. Een niet gering deel
van deze linies ligt in de Ecolo
gische Hoofdstructuur.
Natuurontwikkeling in de vorm van
grondverzet is hier in principe niet
mogelijk, vanwege archeologische
objecten die hier in de bodem
kunnen zitten. De nadruk zal hier
moeten liggen op behoud van de
cultuur-historische waarden."
Buth: "Probleem in dit geval is dat
rond een aantal van deze wallen-
structuren in West-Zeeuws-Vlaan-
deren het kleine restant van de
Zeeuwse boomkikkerpopulatie leeft,
waarvoor de aanleg van natte bio
topen, in de vorm van drinkputten,
of bijvoorbeeld herstel van gracht
structuren langs de wallen, erg
noodzakelijk is. In hoeverre zou dit
te combineren zijn met bijvoorbeeld
reconstructie van afgevlakte, of
geheel geslechte fortificaties en
gedempte of verlande vesten?
Hierdoor zou ook de landschaps-
historische samenhang van een
bepaald verdedigingslinie-complex
weer zichtbaar gemaakt kunnen
worden."
Van Dierendonck:
"Natuurontwikkeling zal bij de
eerstgenoemde in de meeste
gevallen niet kunnen. Sowieso zal
dan altijd een uitgebreid archeo
logisch vooronderzoek moeten
plaatsvinden. Wat betreft recon
structie van wallen, grachten of
andere linie-onderdelen, is terug
houdendheid een eerste vereiste.
Grondverzet bij deze objecten is
altijd risicovol, en daarnaast zijn er
tal van voorbeelden in Zeeland, en
elders in Nederland, van recon
structies die uit historisch oogpunt
geheel verkeerd zijn uitgevoerd.
Echter, er is een groeiende be
hoefte aan informatie over verdedi
gingswerken, onder andere ter
versterking van de recreatieve
waarden van de regio. In dit ver
band zou het best zinvol zijn om
enkele verdedigingswerken, uit
bijvoorbeeld de 8o-jarige oorlog,
op een verantwoorde wijze volledig
te reconstrueren, en ter plaatse uit
gebreid tekst en uitleg te geven,
ook over de natuur in samen
werking met de verdedigingswerken.
Dit zou dan moeten gebeuren op
locaties waar voorheen een forti
ficatie gelegen heeft, die onder
tussen geheel geëgaliseerd is."
Dijkreconstructie
Beijersbergen: "Over landschaps
reconstructies gesproken: in veel
delen van Zeeland zijn in de loop
van de tijd polderdijken afge
graven. Dijken zijn Zeeuwse land
schapsobjecten bij uitstek, en
maken de wordingsgeschiedenis
van ons polderlandschap duidelijk.
Dijken zijn temidden van de
cultuursteppen ook belangrijke
ecologische verbindingszones.
Reconstructie van dijken zou dus
prima te combineren zijn met de
uitvoering van natuurontwikkelings
projecten waarbij grond wordt
afgegraven. Een bestemming voor
de vrijkomende grond is vaak een
probleem. Herstel van dijken op
nog aanwezige, of op luchtfoto's te
herkennen tracés, zal de streek
eigen landschapskenmerken ver
sterken."
De Klerk: "Ook met het terug
leggen van dijken zou terug
houdend omgegaan dienen te
worden. Door de eeuwen heen zijn
telkens binnendijken afgegraven en
zijn er elders weer nieuwe dijken
aangelegd. In ieder geval zou zeker
niet per definitie elke afgegraven
dijk in Zeeland gereconstrueerd
moeten worden. Echter, in sommige
gevallen is, mede uit pragmatische
oogpunt wat betreft de uitvoering
van een natuurontwikkelingsproject
in de buurt, dijkreconstructie denk
baar. Vooraf moet dan wel bepaald
zijn, op basis van historische ge
gevens, welke dijkvakken al of niet
hersteld worden. Bijvoorbeeld
vanwege de reconstructie van een
bepaald tijdperk van de bedijkings
geschiedenis ter plaatse. En ook in
zo'n geval moet weer veel aandacht
geschonken worden aan docu
mentatie en publiekelijke uitleg
over de achtergrond van de land-
schapswerken, zodat ook voor de
volgende generaties de historische
gelaagdheid van het Zeeuwse
landschap nog herkenbaar en be
grijpelijk zal zijn."
Dr. G.J.C. Buth is hoofd terrein
beheer bij het Zeeuwse Landschap.
Mw. M van der jagt is journaliste
bij de Provinciale Zeeuwse Courant.