natuur. De verdronken dorpen die
overal in het Oosterscheldegebied
en in het Westerscheldegebied
liggen, en waarvan soms de sporen
nog zichtbaar worden nadat de ero
derende werking van het getijde
water de afdekkende zand- en
sliblaag heeft weggespoeld, spre
ken wat dat betreft een duidelijke
taal. Wie kent niet de verhalen van
de fameuze stad Reimerswaal, ooit
een stadsjuweel in de regio, maar
sedert lang als een i7e-eeuws
Atlantis verdwenen in de golven,
golven die vaak sterker bleken dan
wat de mens aan dijken kon
opwerpen. Oude inbraakgeulen en
welen, de kolkgaten die bij een
dijkdoorbraak werden gevormd, zijn
de blijvende littekens in het
landschap die de worsteling van
mens en natuur in de Zeeuwse
regio heeft nagelaten.
Aantrekkelijk landschap
Het Zeeuwse landschap zoals het
zich nu aan ons vertoont heeft
dus een heel verhaal te vertellen.
De bijzondere geschiedenis van
Zeeland zit in zijn landschap, meer
wellicht dan in zijn oude stadjes en
dorpen met hun historische
gebouwen. Het verhaal van het
landschap is een verhaal van
natuurkrachten en van menselijke
ingrepen. Zeeland is een land dat
zijn ontstaan evenzeer aan de
natuur als aan de mens heeft te
danken. De wens om te overleven,
fysiek en economisch, gaf uitein
delijk vorm aan het Zeeuwse land
schap. Verrassend genoeg heeft
dat in het verleden geleid tot de
vorming van een aantrekkelijk land
schap, met vaak een rijkdom aan
planten en diersoorten.
De esthetische en natuurwaarden
van het landschap, zoals wij die nu
waarderen, zijn het bijproduct van
de wisselwerking tussen natuur en
mens en zijn nooit doel op zich
geweest bij de ontwikkeling van
het landschap. Het is de vraag of
(foto Chiel Dit stukje dijk is het begin van de Zakdijk, aan de zuidkant van Ovezande.
Jacobusse) De Zakdijk is voor het ontstaan van de Zwakepolders belangrijk: het was
de eerste afdamming van een deel van de Zwake en dateert van omstreeks
1340. Bodemkundig is vastgesteld dat deze met de hand opgeworpen dam
enige tijd temidden van water en schorren heeft gelegen. Pas later, toen de
opslibbing voldoende hoog was geworden, zijn aan weerskanten polders
ontstaan.
JK
Het netwerk van dijken op plaatsen
in het binnenland waar de zee nu
kilometers vandaan is, is het zicht
bare bewijs van de geleidelijke
landaanwinning. Ze vormen als het
ware de steken aan een groeiend
breiwerk, een breiwerk dat er in dit
geval duizend jaar over heeft ge
daan om voltooid te worden. En
misschien is het ook nu nog wel
wel niet af, hoewel verdere inpol
deringen in onze tijd niet meer aan
de orde zijn.
Atlantis
Duizend jaar landschapsgeschie
denis in Zeeland is trouwens zeker
niet te beschouwen als een lange
zegetocht van de mens over de