1 T 1 1 ju NIEUWE NATUUR IN HET OUDE ZEEUWSE LANDSCHAP DOOR G E R T-1 A N BUTH EN MIEKE VAN DER JAGT eeuwse landschap wordt voller, en de komende jaren lijkt dit veranderingsproces eerder toe dan af te nemen. Logisch dat de laatste tijd zowel binnen natuurbeschermingsorganisaties, als bij overheden de kwaliteit van het landschap een vernieuwd aandachtspunt aan het worden is. federatie, extra aandacht zal schen ken aan landschapswaarden, mid dels de uitwerking van een alge mene beleidsvisie over het behoud en de inrichting van het Zeeuwse landschap. Uitgangspunten Voor de natuurontwikkelingsplan nen die tot nu toe zijn uitgewerkt is voor het ontwerp meestal uit gegaan van oude, ter plaatse verdwenen landschapselementen, zoals een kreek of een karreveld. Daarnaast is telkens een belangrijk uitgangspunt de ontwikkeling van kenmerkende Zeeuwse natuur waarden: moerassige, al of niet brakke milieus met veel overgangs situaties tussen nat en droog of zout en zoet, en een open land schap waarin ruimte gegeven wordt aan ganzen, weide- en kustvogels. De planuitwerkingen hebben vooral een sterke ecologische inslag. Zijn we zo op de goede weg Beijersbergen: "Voor grote delen van de Zeeuwse Ecologische Hoofd structuur dient de zojuist geschet ste werkwijze koersbepalend te zijn. In nationaal en internationaal verband heeft Zeeland de verplich ting om de natuurwaarden die kenmerkend zijn voor een open Deltagebied in stand te houden en te versterken. Elders in Nederland is het niet, of veel minder mogelijk om deze specifieke natuurwaarden te creëren. Voor andere eventueel gewenste vormen van landschapsontwikkeling in Zeeland, zoals de aanleg van bos of nieuwe landgoederen, of desnoods een symmetrisch, land- schapsarchitectonisch plan, dient ruimte buiten de EHS gevonden te worden." Van links naar rechts: |ohn Beijersbergen, Robert van Dierendonck, Gert-|an Buth en Aad de Klerk (Archief Zeeuws Landschap) Doelstelling van Stichting Het Zeeuwse Landschap is het behoud van het karakteristieke Zeeuwse landschap. Wat is echter specifiek kenmerkend voor dit landschap, wat moet behouden blijven, en hoe herstel je de oorspronkelijke, fijn zinnige samenhang tussen natuur en cultuurhistorie? Tegen die achter grond discussieerden op een vrij dagmiddag in januari vier mensen van wie het dagelijks werk en interesse direct of indirect te maken heeft met het behoud en de herinrichting van het landschap. De discussie spitste zich toe op de inrichting van de Zeeuwse Ecolo gische Hoofdstructuur (EHS), zoals die is opgenomen in het Streekplan Zeeland. De EHS omvat enige dui zenden hectares nieuw natuur gebied. Momenteel zijn de eerste grote EHS-projecten in uitvoering. Aanwezig waren John Beijersbergen, als ecoloog werkzaam bij de Pro vincie en voorzitter van de provin ciale werkgroep natuurontwikkeling die inrichtingsplannen voor nieuwe natuurgebieden opstelt, Robert van Dierendonck, provinciaal archeoloog, Aad de Klerk, historisch-geograaf en consulent regionale geschied beoefening en Gert-)an Buth, hoofd terreinbeheer van Het Zeeuwse Landschap. Deze discussiemiddag, waarvan hier verslag gedaan wordt, leidde natuurlijk nog niet tot een mooie afgeronde visie over hoe verder om te gaan met het weidse begrip 'landschap'. Het is de bedoeling dat Het Zeeuwse Landschap dit jaar, samen met de Zeeuwse Milieu

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 8