rfsa WINDENERGIE SCHOON MAAR TOCH VERVUILEND DOOR MARTEN HEMMIN6A H regelmatig in het nieuws: de klimaatsveranderingen die ons waarschijnlijk te wachten staan. Hoe goed de wetenschappelijke modellen tegenwoordig ook zijn, het voorspellen van dergelijke veranderingen blijft een buitengewoon lastige zaak. In wetenschappelijke kring is echter bijna iedereen er wel van overtuigd dat we in de komende eeuw te maken zullen krijgen met een wereldwijde stijging van de temperatuur, en daarmee samenhangend, een versnelde zeespiegelrijzing. Het Sloegebied: voorbeeld van een-goede locatie van windmolens. (Chiel Jacobusse) De mate waarin veranderingen in het klimaat zich zullen voordoen, zal ver schillen per geografische regio. Ook het vermogen om veranderingen te kunnen opvangen verschilt per gebied, en hangt bijvoorbeeld af van de eco nomische kracht van het gebied, en van de mogelijkheden om technische oplossingen te kunnen realiseren. Het zal het straatarme Bangladesh meer moeite kosten om zeespiegelrij zing het hoofd te bieden dan het rijke en technologisch geavanceerde Nederland. Maar waar we ons ook bevinden in de wereld, toekomstige klimaatsveranderingen zijn een zaak om heel serieus te nemen. Het is in ons eigen belang en dat van toekom stige generaties om de oorzaken ervan zoveel mogelijk te bestrijden. In dat verband is het benutten van schone, milieuvriendelijke energie bronnen zonder twijfel van groot belang voor onze samenleving. De uitstoot van koolzuurgas door de verbranding van fossiele brandstof fen, met als gevolg een steeds grote re concentratie van dit gas in de atmosfeer, is namelijk een belangrij ke oorzaak van de voorziene kli maatswijzigingen. Het is daarom een prima zaak dat de landelijke overheid zich ten doel heeft gesteld om er voor te zorgen dat in 2010 5% van de energiebehoefte wordt gedekt door milieuvriendelijk opgewekte energie. In 2020 moet dit percentage zelfs gestegen zijn tot 20%. Al in 1991 hebben zeven wind- rijke provincies met de overheid een bestuursovereenkomst getekend, waarin ze een inspanningsverplichting zijn aangegaan om windenergie als schone energiebron te benutten. Zeeland heeft daarbij toegezegd om in het jaar 2000 250 megawatt door windmolens opgewekte energie te leveren. Zover is het echter nog niet gekomen: de tot nu toe gerealiseerde parken leveren nog maar zo'n 50 megawatt, en er zal dus nog veel moeten gebeuren om de in de bestuursovereenkomst overeen gekomen hoeveelheid windenergie daadwerkelijk te verkrijgen. Met andere woorden, er zullen nog vele windmolens gebouwd moeten worden om de doelstelling te realiseren. En dat nu vervult de Stichting Het Zeeuwse Landschap met grote zorg. Kortweg gezegd: we zijn bang dat de prijs die we moeten betalen voor al die windmolens - in termen van hori zonvervuiling en een verlies van de landschappelijke schoonheid - te hoog is. De provincie is zich uiteraard ook bewust van het gevaar van land- schapsbederf. In het nieuwe Streek plan Zeeland (1997) wordt gesteld dat "..geconcentreerde grootschalige parken landschappelijk de voorkeur verdienen boven vele kleine projecten verspreid over de gehele provincie". De ruimtelijke inpassing van wind turbines wordt verder geconcretiseerd in het "Streekplan Zeeland uitwer king windenergie", dat vorig jaar is gepubliceerd. In deze streekplanuit werking worden drie locaties voor grootschalige windturbineparken aan gewezen: de Eendrachtpoider, de Beoosten-Blijpolder en de Hoogland polder, alle in Zeeuws-Vlaanderen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 12