op ZOOGDIEREN OP DE SLIKKEN VAN DE HEEN DOOR CHIEL JACOBUSSE Een groot veld met bijna manshoge adelaarsvarens. Daarachter een verwaaid berkenboompje met een paar grazende reeën. Een onzeeuwser beeld is nauwelijks te bedenken. En toch is het een alledaags tafereeltje in één van onze reservaten. Het gaat dan om de Slikken van de Heen; een sinds vijftien jaar drooggevallen schor, waarvan de bodem inmiddels bijna compleet ontzilt is, en waar bijna alle oorspronkelijke bewoners ver drongen zijn door nieuwe planten en dieren. Hoewel, ze zijn er nog wel, de bewoners van het vroegere schor. Slikken van de Heen. (Archief Zeeuws Landschap) Neem de kluut die met zo'n honderd twintig broedparen zelfs talrijker is dan ooit. Als pionier van kale gronden langs het zoute water is het de tegen pool van de ook in het gebied broe dende lepelaars, die op dicht begroeide, slecht toegankelijke zoet watermoerassen zijn aangewezen. Reeënrijkdom Op de Heen zijn meer van die duo's die eikaars tegenpool vormen. Zo zou men de noordse woelmuis als tegenhanger van de ree kunnen beschouwen. Binnen de provincie zijn er weinig gebieden waar de ree zo talrijk is, als op de Slikken van de Heen. Dat brengt zo zijn eigen pro blemen met zich mee. Om te beginnen dreigt er overbevolking. Gedwongen door voedselgebrek raken de reeën soms op drift en dat levert gevaarlijke verkeerssituaties op. Bovendien zijn er nauwelijks geschikte leefgebieden in de vlakke aangrenzende kleipolders, zodat de dieren voortdurend blijven rondzwerven. De rijkdom aan reeën brengt ook een ander probleem met zich mee. Op de Slikken van de Heen wemelt het van de teken. Die zitten - desnoods maan denlang - te wachten in een boom of struik, op een passerend zoogdier. Zodra de mogelijkheid zich voordoet laten ze zich vallen, en zuigen zich vast om een maaltje bloed te veror beren. Griezelig? jawel, zeker als je je realiseert dat teken de beruchte ziekte van Lyme kunnen overdragen. Reeën kwamen aan het einde van de negentiende eeuw vrijwel uitsluitend voor in het oosten van Nederland; in Limburg, Oost-Brabant en op de Veluwe. Sindsdien maakten ze een geleidelijke maar gestage opmars en tegenwoordig ontbreken reeën, behalve in de ver stedelijkte gedeelten van de Randstad, alleen nog in strikt geïsoleerde gebieden als de meeste Wadden eilanden en Zeeuws-Vlaanderen. Noordse woelmuis Voor de Noordse woelmuis geldt een omgekeerde ontwikkeling. Dit verborgen levende zoogdier kan alleen stand houden waar concurrenten als de veldmuis en de aardmuis ont breken. Veelal gaat het dan om geï- De Noordse woelmuis. (archief Zeeuws Landschap)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 16