m
t
LANDSCHAP
Planologische ontwikkelingen
in de Willem-Annapolder
Vorige jaar werd door de gemeente
Kapelle een concept-bestemmings
plan voor de Willem-Annapolder ter
visie gelegd. De Willem-Annapolder is
een gaaf en open poldergebied dat
ten zuiden wordt begrensd door de
Westerschelde, en ten westen door de
Zak van Zuid-Beveland. Ter hoogte
van deze polder liggen in de Wester
scheid e uitgestrekte intergetijde-
gebieden: de Biezelingsche Ham,
de Kapellebank, en op wat grotere
afstand de Platen van Ossenisse.
Getijdentrek van steltlopers vindt
hier dagelijks plaats. Kortom, de
Willem-Annapolder is een stukje
karakeristiek Zeeland optima forma.
Het concept-bestemmingsplan werd
uitgebracht met de bedoeling om
hier de ontwikkeling van een glastuin
bouwgebied van 78 ha en de plaatsing
van tien windmolens met een hoogte
van 90 m mogelijk te maken.
De Stichting Het Zeeuwse Landschap
heeft vorig jaar een bezwaarschrift
tegen dit concept-bestemmingsplan
ingediend, vanwege het verlies aan
landschapswaarden en de risico's voor
de vogelfuncties van deze omgeving.
Een extra aanleiding voor de Stichting
om bezwaar aan te tekenen vormde
het feit dat de huidige en toekomstige
planologische ontwikkelingen in het
buitengebied van Zuidwest-Nederland
gepaard gaan met een sterke afname
van het open, karakteristieke land
schapsbeeld en een gave horizon.
Een weids, onverstoord landschap
wordt steeds zeldzamer in ons dicht
bevolkte land. Vandaar dat de
Stichting vindt dat voor het plaatsings
beleid voor glastuinbouw en wind
molens in Zeeland uitgegaan dient te
worden van clustering, in plaats van
overal verspreide kleinschalige ontwik
kelingen, en aansluiting bij groot
schalige industriële zones, in het bij
zonder het Sloegebied en de
Kanaalzone. Een belangrijk milieu
aspect hierbij is dat glastuinbouw
straks direct gebruik kan maken van
restwarmte en koolstofdioxide van de
industrie. Wat betreft glastuinbouw
zit ook het provinciaal beleid groten
deels op deze lijn, zoals is aangegeven
in de rapport 'Richtlijnen Milieu-effect-
rapportage Glastuinbouw Zeeland'.
Tijdens de bezwaarprocedure bleek
echter dat de gemeente graag de in
haar Willem-Annapolder geplande
ontwikkelingen wilde behouden.
Weliswaar wordt in het huidige lan
delijke en provinciale beleid voor de
ontwikkeling van glastuinbouw uitge
gaan van het concentratie-beginsel,
maar er bestaat een oude toezegging
aan de gemeente Kapelle, vastgelegd
in het huidige Streekplan Zeeland,
dat er glastuinbouw in deze geïso
leerd liggende polder mag komen.
Bovendien liet de gemeente in
december j.l. door een Wagenings
instituut een vogelstudie uitvoeren
Het Zwin, één van
de weinige
natuurlijke slufters
in Nederland.
(Chiel Jacobusse)
naar de te verwachte effecten van de
hier te plaatsen windmolens, waaruit
bleek dat de gevolgen voor de vogel
functies waarschijnlijk gering zullen
zijn.
De Stichting heeft daarom geconclu
deerd dat de geplande ontwikkelingen
in de Willem-Annapolder in feite niet
meer tegen te houden zijn, en heeft
vervolgens haar bezwaarprocedure
beëindigd. Dit ondanks dat Het
Zeeuwse Landschap bij het hiervoor
vermelde standpunt blijft, en vindt dat
voor de gevoelige vogel- 'hot spots'
langs de Deltawateren de vogels het
voordeel van de twijfel dienen te krij
gen, gezien het feit dat er alter
natieve, minder kwetsbare locaties
voor windmolens zijn.
G.J. Buth.
Spuien om de verzanding van
het Zwin tegen te gaan?
Het Zwin op de grens van Nederland
en België is een sluftergebied: de
achter de duinen gelegen schorvlakte
wordt regelmatig overspoeld door de
Noordzee. Slufters zijn zeldzaam en
hebben bijzondere natuur- en land
schapswaarden. Het Zwin is een res
tant van de grotendeels ingepolderde
toegangsgeul naar Brugge.
Als gevolg van natuurlijke aanzanding
tenderen slufters meestal naar het
uiteindelijke verlies van het karakte
ristieke intergetijdegebied, zoals ook
voor het Zwin het geval is.
De Zwingeul heeft de neiging zichzelf
op te vullen, waardoor de schorvlakte
zal veranderen in een droge duin
vlakte. Tot nu toe is echter het beleid
en beheer voor zowel het Belgische
als Nederlandse deel van het Zwin
gericht op het behoud van het
getijdenkarakter van dit gebied.
Al jaren probeert een Internationale
Zwin Commissie een oplossing uit te
werken voor de verzandingsproble-
matiek van het Zwin. Deze bestuurlijke
commissie heeft daarvoor een Tech
nische Werkgroep ingesteld, waarvan
ook Het Zeeuwse Landschap, beheer
der van het Nederlandse Zwin, deel
uitmaakt. Deze werkgroep heeft ver-