BLA7EK0»» jonge meerkoeten, (archief Zeeuws Landschap) Het oorspronkelijk losliggende eilandje Ovezande werd rond 1340 door een dam, de Zakdijk, met Borsele ver bonden. Ten westen daarvan vormde de Zwake een ondiepe baai, waarin onder andere de Driewegenpolder, Blazekop en de Hollepolder werden aangedijkt (zie kaart 1). Vóór deze polders lag een afzonderlijk schorre-eilandje, dat voorzien was van een stelle, een kunstmatige verhoging om bij hoog water met de schaaps kudde op te kunnen vluchten. Op deze stelle lag een drinkput met zoet regenwater; daarom was het een holle stelle. In de vijftiende eeuw werd dit schor als een apart eilandje onder de naam Hollestelle ingedijkt. De Sint-Anthoniepolder Tussen Borsele en Hollestelle lag een laag getijdegebied met schorren, slik ken en kreken. Eén van deze kreken liep helemaal om Hollestelle heen en mondde uit in de Zwake. Wat zuide lijker lag nog een kleiner geultje; daar ligt nu de Ovezandse Watergang. Dit geultje was oorspron kelijk ook een zijtak van de Zwake. In de aansluitende Blazekoppolder is het nog altijd terug te vinden als een langgerekte lage strook weiland. Hoewel dit buitendijkse land er niet bijzonder waardevol uitzag, was in poldering toch aantrekkelijk, omdat Hollestelle dan aan Borsele vast gemaakt zou kunnen worden en de zeewerende dijklengte aanzienlijk kon worden verkleind. In 1512 kregen Anthonis van Lalaing, ambachtsheer van West-Borsele, en de ambachts heren van 's-Heer-Arendskerke (waar Hollestelle onder viel) octrooi om het gebied in te dijken. Dit gebeurde in 1515 door het aanleggen van een dam tussen Hollestelle en Borsele en van een dijk tussen Hollestelle en Blaze kop (nu de Kraaiertsedijk-Doornboom- dijk) (zie kaart 2). De nieuwe polder werd naar de beschermheilige van de indijker Anthonis van Lalaing Sint- Anthoniepolder genoemd. Zo'n naam geving was toentertijd gebruikelijk, men denke aan Sint-Annaland en Sint-Philipsland. De polder behoorde tot drie heerlijk heden: West-Borsele, 's-Heer-Arends kerke en een heel klein stukje Coudorpe. Nog tot de gemeentelijke herindeling van 1970 is deze drie deling blijven bestaan; de polder hoorde tot de gemeenten Borssele, Ovezande (het grootste deel) en Driewegen. Sint Felix quaede saterdach De nieuwe polder was nog maar vijf tien jaar oud, toen een enorme ramp Zeeland trof. Op Sint Felixdag, 5 november 1530, had één van de hoogste stormvloeden uit de Zeeuwse geschiedenis plaats. Noord-Beveland en het Land van Reimerswaal gingen geheel ten onder en ook West-Borsele, ten westen van de hierboven ge noemde vijfzodendijk, werd volledig overspoeld. De vijfzode is dus niet voor niets aangelegd; Ellewoutsdijk en het oostelijke deel van Borsele bleven droog. Ook de Sint-Anthoniepolder en Hollestelle overstroomden in 1530. De Westeindse Weel is bij die gele genheid ontstaan. Toch is het niet waarschijnlijk dat dit al op 5 novem ber is gebeurd. Toen de dijk van West-Borsele doorbrak, moest deze grote polder (een stuk groter dan de huidige Borsselepolder) eerst hele maal met water gevuld worden en dat moet vele uren, zo niet dagen, heb- Kaart 1. Toestand 1500 boven: Slobeend ben geduurd. Het stormachtige weer hield echter gedurende de maand november aan. Het is bekend dat Anthonis van Lalaing 3000 gulden beschikbaar stelde voor het dijkherstel in Borsele, maar dat dit weinig succes opleverde omdat er op 30 november een nieuwe Kaart 2. Toestand 1515 - 1530

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 7