Om de zuigkracht van het bodemwa
ter te overwinnen hebben zoutplan-
ten hun eigen oplossingen: ze maken
bijvoorbeeld speciale stoffen aan in
hun cellen die ervoor zorgen dat de
wateraanzuigende kracht van de cel
len die van het bodemwater over
treft. De zeeaster (of lamsoor op z'n
Zeeuws) die we overal op onze
schorren zien (en trouwens ook bin
nendijks langs sloten met brak
water) is zo'n schorplant die daartoe
in staat is.
Zout
De schorplanten hebben dus oplos
singen die hen in staat stellen om
water op te nemen; vervolgens staan
ze dan voor een tweede probleem.
Zoals gezegd is voor groei veel water
nodig: onderzoekers hebben uitgere
kend dat voor elke kilo biomassa die
de planten al groeiend produceren,
veelal honderden liters water moeten
worden opgenomen om de verdam-
pingsverliezen aan te vullen.
Zeewater bevat zo'n 35 gram zout
per liter, dus planten die op zoute
schorren groeien lopen gemakkelijk
het gevaar om overladen te worden
met grote hoeveelheden zout. De
plantencellen in de wortels en blade
ren van de plant blijven echter alleen
vitaal als het zoutgehalte niet te
hoog oploopt: een hoog zoutgehalte
is namelijk desastreus voor de stof
wisseling van de cellen.
Schorplanten lossen dit probleem op
verschillende manieren op, bijvoor
beeld door de zouten zoveel mogelijk
tegen te houden bij de opname van
bodemwater door de wortels.
Helemaal lukt dat niet. Bladeren die
zijn volgelopen met zouten laten af
sterven is dan voor sommige planten
de enige oplossing om het teveel
aan zouten kwijt te raken.
De meest zichtbare (maar heel ver
schillende) oplossingen voor het
zoutprobleem zien we bij twee van
onze bekendste schorplanten, slijk-
gras en zeekraal. Slijkgras beschikt
over zoutklieren die continu via
minuscule poriën in het bladoppervlak
zouten naar buiten uitscheiden. Als
Zoutkristallen op
bladeren van
slijkgras (Jos
van Soelen)
regen of zeewater die zouten niet
afspoelen, zijn na verloop van tijd
overal op de bladeren witte zoutkris
tallen zichtbaar, als zichtbare getuigen
van de activiteit van de zoutklieren
(zie foto). Zeekraal heeft geen zout
klieren, maar voorkomt hoge, en
daardoor giftige zoutconcentraties in
de cellen door veel water in de cellen
vast te houden waardoor het zout
verdund wordt. Vandaar het sappige
en zacht-zilte karakter van deze
Zeeuwse lekkernij! Bij het vasthouden
van het water in de cellen wordt de
plant stevig geholpen doordat de
bladeren gereduceerd zijn tot een
vergroeide omhulling van de stengel,
waardoor het verdampingsoppervlak
maar heel gering is - een groeistrate
gie die te vergelijken is met die van
cactussen.
Lucht
Met mechanismen om te kunnen
groeien in een zoute omgeving zijn
de schorplanten er nog niet. Het Saeftinghe:
vaak waterverzadigde karakter van slechts enkele
de bodem levert ook nog eens een soorten
probleem op. En niet het geringste, (Edward Neve)