denk jij aan als je het woord insecten hoort? Aan kleine, enge, kriebelige
beestjes? Insecten zijn meestal klein. Je kunt ze overal vinden: op bladeren en
bloemen, onder stenen, in boomstronken en in de grond.
Zijdebij
Roodpotige
boomschildwants
Zwarte boneniuis
Insecten vormen de
grootste diergroep.
Je kunt ze her
kennen door de 3
+3-regel: ieder
insect heeft drie
lichaamsdelen en
drie paar poten.
In het voorste deel,
de kop, zitten de mond-
delen en de meeste zintuigen.
Hun reuk bijvoorbeeld, zoals
bij mestvliegen. De geur van
verse dierenmest trekt hen
aan. Ze leggen daar hun
eitjes in. De maden
die uit die eitjes
komen, halen veel
voedingsstoffen
uit de mest.
Ogen zijn ook zin
tuigen. Een brom
vlieg, een vlieg die
je herkent aan het
brommende geluid dat hij
maakt, heeft heel grote ogen
op z'n kop. Die heten facet
ogen. Elk facet-oog bestaat
uit een heleboel kleine oog
jes.
De meeste insecten
kunnen ook ruiken.
Bijvoorbeeld mug
gen. Ben jij wel
eens gestoken
door een mug?
Dan vond die mug
jouw geur aantrek
kelijk. Dat muggen
aangetrokken worden
door "lekker bloed" is niet
waar.
Aan het middelste deel van
het insectenlichaam, het
borststuk, zitten de zes
poten. Een langpootmug is
een mug met heel
lange poten. Ook
een sprinkhaan
heeft lange
poten, waardoor
hij heel ver kan
springen. Met
deze poten maakt
hij ook het tjirpen-
de geluid. Dat
doet hij door
met zijn achter
poten langs een ader van zijn
voorvleugels te strijken.
De meeste insecten hebben
aan het borststuk ook twee
paar vleugels. Die kunnen heel
mooi zijn, zoals vlindervleu
gels waar we het de vorige
keer in Tuur over gehad heb
ben. Ook een lieveheers
Lelops vittatus Meigen
(zweefvlieg)
beestje heeft vier vleugels.
De bovenste twee vleugels
zijn hard. Zij beschermen
zijn lichaam als hij niet
vliegt.
In het achterterste deel
zitten een deel van
het insectenlijf zit
ten het spijsver
teringsstelsel en
de voortplan
tingsorganen.
Bladluizen verte
ren daar sappen.
Die zuigen ze uit
planten. Wespen
en bijen hebben
ook nog een
scherpe angel aan hun ach
terlijf. Een bij kan maar één
keer steken, wespen kunnen
hun angel meerdere keren
gebruiken. Hun achterlijf is
geel/zwart gestreept. Met
deze kleuren waarschuwen ze
andere dieren en mensen:
"Pas op, ik kan gevaarlijk zijn!"
Bembidion obsoletens (kever)