17 veel sterker in de concurrentie dan de dwergsterns en het effect is dat er minder nakomelingen worden voortgebracht. Het verlies van opti maal habitat in combinatie met een vermindering van het aantal nakome lingen heeft al snel consequenties voor de aantalsontwikkeling. In 1999 was het aantal broedpaartjes van de dwergsstern met 75% verminderd tot 30 paartjes en het resultaat kwam niet verder dan 0.2 jong per paar. Niet echt geweldig dus. Tijd voor een hulpactie. Actie In het verleden is hier en daar al vaker aan habitatontwikkeling voor sterns gewerkt; soms met goed resultaat en soms ook niet. Bij de aanleg van pionierachtige habitat lijkt het van groot belang om de ruimere omgeving in het project te betrekken. Pioniers zijn zwak in de concurrentie en de aard van de leef omgeving moet deze soorten helpen om zich te kunnen verweren. Onopvallendheid is het voornaamste kenmerk van de verdedigingsstrategie van dwergstern, strandplevier en kluut. Losse kolonieverbanden in een deso laat landschap. Zo is een schelpen- bank aanleggen in de luwte van een bomenrij niet echt zinvol. De gevleu gelde rovers zitten vanuit de boom toppen verlekkerd toe te kijken en hebben de hapjes voor het uitkiezen. Op de Hooge Platen is in het vroege voorjaar de schelpenbank met een rupskraan schoongemaakt van vege tatie, waarmee plaatselijk de succes sie dus vele jaren werd teruggezet. Meer dan 500 kuub zand en gras zoden is afgevoerd. We zoeken naar een evenwicht. Niet te veel zand eraf, anders is de bank te laag en niet te weinig zand er af, anders blij ven de graswortels en de zaadvoor- raad achter. Het is begin april en de sterns weten nog van niets. Liefst nu nog een onderdompeling, als een laatste behandeling om de achter gebleven wortels en kiemende zaden te remmen. We krijgen ons zin. Half april gaat op een paar honderd vier kante meter na, de schelpenbank kopje onder. Nadat het zware mate rieel was vertrokken, lag de schel penbank er als een zonnetje bij. Maar de wijdere omgeving van de schelpenbank is niet veranderd en hier nestelen nog steeds 5000 paren grote sterns, visdieven en kokmeeu wen. De concurrentie wordt nu welis waar meer op afstand gehouden, maar of dat ook voldoende is om de dwergsterns en strandplevieren suc cesvol te latenzijn, dat zal nog moe ten blijken. En hoe lang houdt zo'n maatregel stand? Zware strijd De vooruitzichten en de eerste resul taten zijn bemoedigend. Verspreid over de schelpenbank landen begin mei de dwergsterns. Kokmeeuwen en visdieven laten zich niet zien. Zilvermeeuwen blijven op afstand, aan de waterkant. Tot half mei is het warm en valt er veel regen. Vanuit de boot is te zien dat plaatselijk een ijle groene waas over de schelpenbank hangt. Kokmeeuwen blijven weg, maar geleidelijk groeit het aantal vis dieven. Vanuit de schuilhut is te zien dat dwergsterns en visdieven een zware strijd voeren. De winnaar staat al vast. Langzaam maar zeker moe ten de dwergsterns hun eerder inge nomen vooruitgeschoven posities opgeven en vallen ze terug naar het lagere deel van de schelpenbank. Een vertrouwd terrein, maar niet zonder risico. Met de opkomende springvloed zoeken de scholeksters een hoogwatervluchtplaats en worden ze door het water de droge schelpenbank opgejaagd. De eerste dwergsterns hebben inmiddels een Grote stern legsel en niet zonder succes sturen (Chiel jacobusse) ze de muur van bonte pieten de andere kant op. Ze vliegen er letter lijk in. Maar dat is overdag. De vol gende dag zijn alle eieren verdwenen en is opnieuw een prille vesting mis lukt. De wel succesvolle dwergsterns hebben zich genesteld in de betrek kelijke rust van de ruimte tussen vis- diefland en scholekstervluchtplaats. In vergelijking met de laatste jaren is deze ruimte toegenomen, maar de dwergsterns zouden wensen, dat er een plek was, waar ze het rijk alleen hadden. Dhr. R. Beijersbergen is hoofd terreinbeheer regio Zuid. STEUN NATIONALE POSTCODELOTERIJ VOOR ZEEUWSE VOGELEILANDEN De complete verjongingskuur die De Bol in het voorjaar 2000 onderging was mogelijk dankzij finan ciële steun van de Nationale Postcodeloterij. De NPL financierde het complete project. Al eerder hielp de NPL bij het aanleggen van broedgebieden voor pioniervogels. In 1999 werd het NPL-eiland aangelegd in het Krammer Volkerak, langs de Philipsdam. Het NPL-eiland herbergde dit jaar tientallen broed- paren kluten, visdieven en strandplevieren. In het najaar wordt met steun van het Nationaal Park Oosterschelde en -opnieuw- de NPL een begin gemaakt met de aanleg van nieuwe eilanden in de inlaag 's-Gravenhoek langs de noordkust van Noord- Beveland. Sinds tien jaar ligt daar een vogeleiland dat uitste kend functioneert. I NATIONALE I s©iT(g©©[i ILOTERI Jl Legsel dwergstern (Chiel jacobusse)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 17