Grauwe ganzen (Chiel Jacobusse) partijen besproken, en zo nodig bij gesteld worden. De verwachting is dat nadat deze pijnlijke inhaalslag voor het ganzenbeheer uitgevoerd is, de populatieomvang op een minder drastische wijze op een vastgesteld niveau gehandhaafd kan worden. Binnenkort wordt begonnen om, in afstemming met betrokken partijen, een ganzenbeheersplan voor Noord- Beveland op te stellen, want ook hier neemt ganzenschade op landbouwpercelen flink toe. bespreekt elk schadegeval in de pro vincie en gebruikt daarbij de lachtwet als richtlijn. Als er sprake is van schadelijk wild waarvoor een afschot vergunning verleend kan worden en het is duidelijk dat dit wild afkomstig is uit het aangrenzende natuurge bied, hetgeen voor overzomerende grauwe ganzen het geval is, dan kan de beheerder van dat natuurgebied verantwoordelijk gesteld worden voor de aangerichte schade. Vooral in Zeeuws-Vlaanderen vormt de laatste jaren deze keerzijde van de ganzenontwikkeling een steeds groter probleem. Het gaat daarbij niet alleen om financiële schade, maar ook om goed nabuurschap; de onderlinge verhouding en samenwer king tussen natuurbeheerders en plaatselijke landbouwers. Ganzenbeheersplan Mede op verzoek van het ministerie en de provincie, die ook een belang rijke rol speelt wat betreft faunabe heer en wildschade, heeft Het Zeeuw se Landschap samen met Staatsbos beheer afgelopen voorjaar een be heersplan voor de zomerganzen in Zeeuws-Vlaanderen opgesteld. Concepten van dit plan zijn besproken met de georganiseerde landbouw, de regionale wildbeheerseenheden, na tuurbeschermingsverenigingen, het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen en vertegenwoordigers van het rijk en de provincie. Uiteindelijk is het plan gezamenlijk vastgesteld. In het plan staat dat er momenteel in de Zeeuws-Vlaamse natuurgebieden 's zomers aanzienlijk meer ganzen voorkomen dan dat de natuurlijke draagkracht van deze gebieden toe staat, dat ganzen in te sterke mate op aangrenzende landbouwpercelen fourageren, en dat afschot van gan zen op landbouwpercelen alleen geen voldoende mogelijkheid biedt om de populatieontwikkeling te regu leren. Eieren schudden Afgezien van Saeftinghe verbleven er in Zeeuws-Vlaanderen zomer 1999 binnendijks ongeveer 2600 grauwe ganzen, en werden er 275 broedpa- ren geteld. Kreekgebieden met de grootste aantallen broedparen zijn onder andere het Groote Gat bij Oostburg, de Braakman, en de Baarzandse Kreek. Het ganzenbe heersplan geeft aan dat getracht zal worden om binnen een termijn van drie jaar het aantal broedparen dat in 1999 aanwezig was te halveren. Dat zal gebeuren door in de periode tussen 15 februari en 25 maart de eieren van zoveel mogelijk ganzen nesten te schudden en terug te leg gen, waardoor de aanwas beperkt wordt, door op landbouwpercelen waar schade ontstaat ganzen af te schieten, en enkele malen in de periode tussen 1 augustus en 1 sep tember ganzen af te schieten in de binnendijkse natuurgebieden waar ganzen zich concentreren. De resulta ten van de maatregelen zullen elk jaar gezamenlijk door de betrokken Groote Gat (Chiel Jacobusse) Thoornpolder, een inlaag op Noord-Beveland (Chiel jacobusse) Het algemene jachtstandpunt van Het Zeeuwse Landschap is dat er in prin cipe geen jacht kan plaatsvinden in natuurgebieden. Echter, in situaties zoals hiervoor geschetst, is het een zaak van "nood breekt wet", en is incidenteel een zo beperkt mogelijke vorm van beheersjacht noodzakelijk. Dr. G.J. Buth is hoofd terreinbeheer van Het Zeeuwse Landschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2000 | | pagina 19