VAN DE REDACTIE IN DIT NUMMER
n?l
DOOR MARTEN HEMMINGA
Natuurbescherming is tegenwoordig een zaak die voor
de meeste mensen vanzelfsprekend is. In ons dicht
bevolkte land moeten we zuinig zijn op wat er resteert
aan natuur, omwille van de eigen waarde ervan, en
omdat natuur mensen gelegenheid biedt om tot rust te
komen en te recreëren.
Deze opvatting is eigenlijk nog maar tamelijk recent. Het
begin van de georganiseerde natuurbescherming in ons
land dateert van rond 1900. In aanvang ging het om een
particulier initiatief. De overheid volgde kort daarna. Met
de toenemende bevolkingsgroei, industrialisatie en
welvaart in ons land in de 2oe eeuw, is een actieve rol
van de overheid in het beschermen van natuur en milieu
steeds noodzakelijker geworden. De natuurbeschermings
organisaties, die het brede draagvlak onder de bevolking
voor het behoud van natuur en een gezond milieu weer
spiegelen, hebben aan de totstandkoming van het beleid
op tal van manieren een wezenlijke bijdrage geleverd.
Bij het begin van de 2ie eeuw zijn we al weer een stapje
verder dan veiligstelling van bestaande natuur alleen.
Natuurontwikkeling is inmiddels een ingeburgerd begrip.
We moeten meer natuur in Nederland terugkrijgen,
grootschalige natuur liefst. De ambities zijn hoog. Dat
blijkt wel uit de pasverschenen nota "Natuur voor
mensen, mensen voor natuur", die onder verantwoor
delijkheid van staatssecretaris Geke Faber is opgesteld.
Ook voor de Provincie Zeeland zitten daar tal van uit
dagende aanknopingspunten in om nieuwe natuur te
ontwikkelen. Gelukkig is er in het provinciaal bestuur en
in het provinciale apparaat heel wat motivatie en
deskundigheid aanwezig om het landelijk beleid in de
provincie vorm te geven. De natuurbeschermingsor
ganisaties, waaronder Stichting Het Zeeuwse Landschap,
zullen daarbij de gelegenheid om meningen, visies en
ideeën in te brengen, zeker niet voorbij laten gaan.
Er zijn dus goede perspectieven voor meer waardevolle
natuur in de provincie. Maar er zijn ook heel duidelijke
bedreigingen. Eén daarvan is een volgende verdieping
van de Westerschelde. Daardoor zouden de natuur
waarden van de Westerschelde ernstige schade kunnen
oplopen. Te weinig zijn wij in Nederland, en ook in de
provincie, er van doordrongen dat de Westerschelde een
buitengewoon natuurgebied is, op één lijn te plaatsen
met de Waddenzee en de Oosterschelde. Verdere
verdieping is onverenigbaar met beleid om waardevolle
natuur te beschermen en nieuwe natuur te ontwikkelen.
Die richting moeten we dus zeker niet op!
Dr. M.A. Hemminga is directeur van Het Zeeuwse
Landschap
Ik hou van mijn Zeeuwse landschap 3
Bas Feijtel geniet tijdens zijn ontdekkingstochten per fiets van de veelzijdigheid
van het Zeeuwse landschap. Een pleidooi voor meer samenwerking tussen
terreinbeheerders en de landbouw.
-
afeviï-Zi -- v
De Westerschelde: natuur in beweging 4
Marten Hemminga beschrijft de grote natuurlijke
dynamiek in estuaria zoals de Westerschelde.
Menselijk ingrijpen tast deze dynamiek echter
ernstig aan.
Beheer van natuurgebieden in en rond de
Westerschelde 7
Chiel Jacobusse over het nut van begrazing van de
schorren. Een beheersmaatregel die wat betreft de
Westerschelde al problematischer wordt vanwege het
ontbreken van jong schor.
Binnendijken en overhoeken in
West-Zeeuws-Vlaanderen 10
Het beheer van dijken vraagt de nodige zorgvuldigheid,
want de oude Zeeuwse dijken zijn heel belangrijk als
ecologische verbindingszones. Edward de Boer en Alex
Wieland bespreken het jongste beheersplan dijken voor
West-Zeeuws-Vlaanderen.
Ruige lathyrus, nieuw in Zeeland 13
Awie de Zwart over de opmerkelijke vondst en het feest der herkenning van de
ruige lathyrus. Nieuw in Zeeland!
Of) tXCWM
Tuur
Voorproefje
14
16
18
19
Geoorde futen in Zeeuws-Vlaanderen
Fred Schenk en Awie de Zwart zijn de eersten die
twee broedgevallen van de geoorde fuut in Zeeuws-
Vlaanderen kunnen noteren.
Landschap U* 'tlvnX
Agenda
Omslagfoto: Een winters beeld: haarmos.
(Hannie Joziasse)