ma
Begrazing van de schorren door
schapen: een oud Zeeuws beeld.
(Chiel Jacobusse)
derd successiestadium dat de vegeta
tie gedomineerd wordt door slechts
enkele hoogopgaande planten als
zulte, strandkweek, heen en riet. Door
begrazing wordt de monotonie door
broken en krijgen soorten als zee
kraal, melkkruid, echt lepelblad, zee-
alsem en zilte en gerande schijnspur-
rie een (nieuwe) kans. Als gevolg van
de verdergaande opslibbing verkrijgen
ook steeds meer brakke soorten vaste
voet. Vooral in het zuidwestelijk deel
(het Sieperdaschor en omgeving)
komen bij begrazing zeer fraaie over
gangsvegetaties voor met onder meer
smalle rolklaver, moeraszoutgras,
aardbeiklaver en fraai duizendgulden-
kruid.
De begrazing zorgt er ook voor dat de
manshoge begroeiing omgezet wordt
in een korte vegetatie vol met de
eiwitrijke groeipunten van grassen
zoals gewoon kweldergras en zilt fio-
ringras. Daardoor zijn grote oppervlak
ten geschikt foerageergebied voor
tienduizenden ganzen en eenden ont
staan. Onder meer smient, pijlstaart,
kolgans en grauwe gans overschrijden
met regelmaat de i%-norm. Dat wil
zeggen dat dit het gebied voor deze
soorten stempelt tot een reservaat van
internationaal belang.
Anderzijds herbergen de niet-begraas-
Begrazing Monotonie doorbroken
De meest fundamentele vraag waar
een beheerder van buitendijkse schor
ren mee geconfronteerd wordt, is die
van wel of niet begrazen. Van nature
vindt begrazing van oevergebieden
plaats vanuit bosgebieden die buiten
het bereik van de getijden liggen. Het
Ongeveer een derde van het totale
landoppervlak in Saeftinghe wordt
begraasd, voornamelijk met rundvee.
De begrazing is zowel voor de flora
als voor de avifauna van grote beteke
nis. Een groot deel van Saeftinghe
bevindt zich in een dermate vergevor
intensief gebruikte cultuurland achter
de Deltadijken herbergt uiteraard
geen grote grazers die periodiek naar
de schorren langs het estuarium trek
ken. Vanouds echter worden de
Zeeuwse schorren gebruikt voor de
schapenteelt door de mens.
In het grootste natuurgebied in de
Westerschelde, het Verdronken Land
van Saeftinghe, vormt begrazing de
belangrijkste beheersmaatregel. Hoe
wel er gestreefd wordt naar begrazing
van geheel Saeftinghe, blijkt dit ideaal
vooralsnog onhaalbaar. Als gevolg van
de aanwezigheid van tal van zeer
diepe en soms brede geulen is inte
grale begrazing van het hele gebied
niet mogelijk in verband met verdrin
kingsgevaar voor het vee. Daarom
vindt er vaksgewijze begrazing plaats,
die geconcentreerd wordt in het
gedeelte dat het dichtst bij de zeewe
ring ligt.
Afkalvende
schorren langs
de Wester
schelde. ()an
Karkdijk)