Ur*
LANDSCHAP
20
Grondverwervingeii in 2000
Het grasland
gebied tussen
Middelburg en
Veere. (Chiel
jacobusse)
Eind 1999 had Het Zeeuwse Land
schap 7297 ha. natuurgebied in be
heer. Eind 2000 was die oppervlakte
toegenomen tot 7346 ha. Vorig jaar
vond er dus een terreinuitbreiding van
49 ha. plaats. Gebieden die door aan
koop in oppervlakte toenamen, waren
de Yerseke Moer, het graslandgebied
langs de Oude Veerseweg tussen
Middelburg en Veere, en in West-
Zeeuws-Vlaanderen de Sophiapolder
bij Oostburg, de Herdijkte Zwarte
Polder bij Nieuwvliet, de Willem
Leopoldpolder bij Retranchement, de
Wallen van Sluis en de Zwinpolder bij
Sluis. Daarnaast vond er ook gebieds
uitbreiding plaats door grondruilingen
tussen Het Zeeuwse Landschap en
Staatsbosbeheer. De ruiling vond
plaats uit oogpunt van beheersefficiën-
tie. Meerdere verspreid liggende bezit
tingen van beide organisaties zijn nu
tot enkele grotere, aaneengesloten
beheersobjecten terug gebracht.
Hiervoor heeft Het Zeeuwse Landschap
enkele dijken en alle bezittingen in de
Clingepolder ingeleverd, terwijl daar
voor onder andere is teruggekomen
een deel van de Koude- en Kaarspol
der bij Wemeldinge, de Nolletjesdijk
en Zwartegatsche Kreek, gelegen tus
sen Breskens en Nieuwvliet. Een aan
tal van de aangekochte percelen ligt in
natuurontwikkelingsgebieden. In veel
gevallen zijn dat bouwlandgebieden
die op een gegeven moment middels
inrichtingsmaatregelen worden omge
vormd tot een natuurgebied. Vooral
als het gaat om grootschalige herin
richtingsmaatregelen, zoals grondwer
ken en aanpassing van het afwate
ringssysteem, zijn het al snel omvang
rijke projecten waaraan enkele jaren
van plan-ontwikkeling, milieuonder
zoek en overleg met betrokken over
heden en particulieren vooraf gaan.
Een fraaie aanwinst voor Het Zeeuwse
Landschap vormt de ruim 12 ha. in de
Koude- en Kaarspolder, gelegen nabij
de Yerseke Moer. Dit poldertje grenst
aan de Oosterschelde en het Kanaal
door Zuid-Beveland, zodat de invloed
van zoute kwel hier een belangrijke
milieufactor vormt. Middels de ruilver
kaveling Yerseke Moer is dit gedeelte
van het poldertje zo'n zes jaar geleden
ingericht als moerassig natuurgebied.
Na de verlegging van de monding van
het Kanaal is hier de directe wegver
binding tussen Yerseke en Wemeldinge
verdwenen, zodat de omgeving van de
Koude- en Kaarspolder nu een min of
meer geïsoleerd liggend gebied is. De
landschappelijke waarden van deze
omgeving waren al zeer hoog, en door
de toegenomen rust is dit relatief gave
oudlandgebied een nog aantrekkelijker
wandel- en fietsgebied geworden. Een
bijzonderheid van de Koude-en Kaars
polder is de aanwezigheid van een
visdieven-broedkolonie.
Gert-Jan Buth
Inrichting Inlaag Hoofdplaat
Momenteel vindt in opdracht van de
Dienst Landelijk Gebied de herinrich
ting van de Inlaag Hoofdplaat tot
natuurgebied plaats. Het inrichtings
plan is uitgewerkt door de Werkgroep
Natuurontwikkeling van de Provincie.
Dit smalle en langgerekte inlaaggebied
ten westen van Hoofdplaat omvat 19
ha. en is eigendom van Het Zeeuwse
Landschap. Na het grotendeels verwij
deren van de bouwvoor van het
gebied komt een zandige bodem aan
de oppervlakte te liggen (de Hoofd
plaatpolder is een opgeslibde zandige
opwas). Het algemene natuurstreef-
beeld voor met name het oostelijke
deel is een nat, bloemrijk schraalgras-
land. In het uiterst westelijke deel
wordt geen grond afgegraven en kun
nen rietland en ruigte ontstaan.
In het gebied zijn al vanouds twee
lager gelegen gedeelten aanwezig die
jaarlijks gehooid worden en rijk zijn
Gewone agrimonie. (Hannie josiasse)
aan bijzondere plantensoorten, zoals
rietorchis, schaafstroo, groenknolorchis
(sturmia) en addertong. Dit zijn soorten
die kenmerkend zijn voor zoete, voch
tige en voedselarme milieus. In deze
langs de Westerschelde gelegen inlaag
is zoute kwel dus niet overal dominant
aanwezig, en de huidige poelen en
sloten verschillen in zoutgehalte. In
niet-gemaaide, extensief begraasde
delen van deze lagere deelgebieden
komen ruigtesoorten voor als gewone
agrimonie, zeegroene zegge, selderij en
gevleugeld helmkruid. Al deze thans
aanwezige soorten geven aan dat de
ontwikkelingspotenties voor bijzondere
graslandvegetaties hier hoog zijn.
Voor de verzwaring van de zeedijk in
1974 kwamen boomkikkers bij Hoofd
plaat voor. Thans zijn hier aan amfi
bieën aanwezig: bruine kikker, gewone
pad en kleine watersalamander. In het
inrichtingsplan is ruime aandacht
geschonken aan het creëren van amfi-
bieënhabitat op verschillende locaties.
Huidige broedvogels van de graslanden
en rietruigten zijn onder andere wilde
eend, tureluur, kievit, bruine kieken
dief, torenvalk, blauwborst en patrijs.
Na uitvoering van de inrichting zullen
de ontwikkelingskansen voor zowel
amfibieën als vogels sterk toenemen.
De bouwvoor wordt zodanig afgegra
ven tot het zand dat huidige hoogte
verschillen in het terrein gevolgd en
versterkt worden. Daarnaast wordt op
enkele plaatsen het maaiveld dieper
afgegraven, in de vorm van slenk
achtige structuren. Een deel van de
vrijkomende grond wordt in het terrein
verwerkt, door sloten te dempen en
het inlaagdijkje langs de Hogeweg te
herstellen. Overige vrijkomende grond
wordt uit het gebied afgevoerd. Na
aanpassing van het afwateringssysteem
zal het grondwaterpeil verhoogd wor
den. Het aangeplante bos bij Hoofd
plaat blijft gehandhaafd, maar wordt