Een jonge larve in een zeeaster stengel. Naast de larve ligt nog de lege eicapsule. (René Kleingeld) gemiddeld maar een meter of nog minder, terwijl ze meer oostelijk, op het schor van Bath en in het Verdronken Land van Saeftinghe stukken groter worden, soms bijna manshoog. Ook blijkt bij onderzoek naar de chemische samenstelling van zeeaster dat die verandert gaande van zoute naar brakke locaties. Boktor Insecten die leven van schorplanten krijgen dus in een estuarium te maken met planten die, zelfs als ze tot dezelfde soort behoren, toch enigszins verschillen in groeivorm en in samenstelling. Het blijkt dat die verschillen voldoende kunnen zijn om effecten te hebben op de insecten. Met andere woorden: het zoutgehalte in de bodem beïnvloedt de groei van schorplanten en, indirect, ook nog eens de insecten die op die schorplanten leven! We kunnen dat bijvoorbeeld zien aan de groei en ontwikkeling van Agapanthia villosoviridescens, een fraaie boktor die vrij algemeen voorkomt op schorren in de Westerschelde. Agapanthia leeft ook op kruidachtige planten buiten de schorren, maar op het schor is de kever voor zijn ontwikkeling volledig aangewezen op zeeaster. Op de foto's bij dit artikel wordt die ontwikkeling, die plaatsvindt in de bloeistengels van zeeaster, geïllustreerd. Leeggegeten stengels De bloeistengels van zeeaster komen in de zomer tot ontwikkeling. Na de bloei sterven ze weer af, maar de dode stengels blijven -als het niet te hard stormt- in de winter rechtop aan de plant vastzitten. In de zomer boren de volwassen kevers een gaat je in de dan nog levende, groene stengel en leggen een enkel ei in het hart ervan. Dat centrale deel van de stengel is gevuld met zacht, spons achtig mergweefsel. Na verloop van tijd komt er een larve uit het ei die zich driftig begint te voeden met het mergweefsel. Meestal zit er maar één larve in een stengel, maar soms kun nen dat er twee of zelfs drie of vier zijn. Dat is voor de groei van de lar ven niet best, want het betekent dat de beperkte hoeveelheid mergweefsel gedeeld zou moeten worden door meerdere larven. Het is misschien om die reden dat de larven, als ze al vretend elkaar ontmoeten, zeer agressief zijn ten opzichte van elkaar, zoals dat zelfs in een glazen buisje is waar te nemen (zie foto). Het resul- Zelfs in een glazen buisje vertonen de larven agressief gedrag. (René Kleingeld)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 9