VOGELS KIJKEN IN DE KAPELSE MOER DOOR FRANK NIJSSE De Kapelse Moer is een vogelgebied bij uitstek. Zij biedt een grote rijkdom aan vogelsoorten. De vogels zijn er gemakkelijk te observeren. En de kans op een zeldzame waarneming is altijd aanwezig. Afbakening Oude kreekjes Wat is er allemaal te zien? Wat maakt in de Moer de Kapelse Moer zo overzichtelijk, herinneren aan boeiend en karakteristiek? het vroegere Het antwoord op de laatste vraag ligt schor, (jan voor een groot deel in de geschie- Karkdijk) denis verklaard. Daarom eerst wat Zeeuwse historie met een korte beschrijving van de Kapelse Moer, waarna de vogels in de kijker komen. Moernering Ongeveer 350 jaar na Christus werd Zeeland, vanwege een stijgende zee spiegel, overspoeld door de zee. Het snel stromende water schuurde geulen uit in het toenmalige veenlandschap, dat al snel veranderde in schor. Na het jaar 1000 werd de invloed van de zee minder. In de elfde en twaalfde eeuw kwamen er bewoners die dijkjes aanlegden om zichzelf te beschermen tegen het water. De bewoning concentreerde zich op de hoger gelegen oeverwatlen en kreek ruggen. De lager gelegen poelgronden stonden een groot deel van het jaar onder water. Zij waren in gebruik als exten sieve weidegronden. In de kommen was het veen slechts bedekt door een dunne kleilaag. De bewoners gingen het veen delven. Niet alleen om het veen te gebruiken als brandstof, maar vooral om het uit het zeewater afkomstige zout dat in het veen zat te winnen. Om het veen te kunnen winnen werd de bovengrond, de klei, eerst opzij gezet op min of meer onregelmatige hopen. Vervolgens werd het veen in putten uitgegraven, waarna de klei weer over het uitge graven gebied werd verspreid. Dit proces heet "moernering". Er is een reliëfrijk en vooral op de veenachtige plaatsen een hollebollig landschap ontstaan. Dit bijna duizend jaar oude cultuurlandschap is nu nog goed te zien in de Kapelse en de Yerseke Moer. Door de komst van het kanaal door Zuid-Beveland in 1866 en door de aanleg van de spoorlijn van Vlissingen naar Roosendaal werd de Kapelse Moer een afgebakend gebied. Deze afbakening is nog eens verscherpt door de verbreding van het kanaal in 1989 waarbij tevens de Postweg en de spoorlijn iets dichter bij elkaar kwamen te liggen. Kwelwater Het kanaal door Zuid-Beveland zorgt voor kwelwater in de Kapelse Moer; deze kwel maakt het grondwater zout. De kwel is tot ver landinwaarts merkbaar, maar het sterkst direct achter de kanaaldijk. De kwaliteit van het oppervlaktewater varieert sterk door de kwel. De drink put die helemaal in de zuidwesthoek van het gebied ligt, is zoet; hier komen de groene en bruine kikker, de kleine watersalamander, de gewone en rugstreeppad voor. De put die westelijk van het kreekje net onder de Postweg ligt is brak en het slootje dat weer iets westelijker van deze put ligt, is zout. Door de vele gradiënten van zoet naar zout en ook van drassig naar iets droger, is er een grote verschei denheid aan vegetatietypen en insecten te vinden. In de gebieden waar de invloed van kwel het grootst is, zoals langs de slootkanten en in de terreindepressies, is de invloed van het zout het best merkbaar. Hier komen bijzondere planten zoals de kortarige zeekraal, zilte rus, zilte zegge en aardbeiklaver voor. Natuurgebied De Kapelse Moer is een natuurgebied, dus natuurbehoud dient hier voorop te staan, andere vormen van gebruik zijn ondergeschikt. -

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 10