m In het beheer wordt, evenals in de Yerseke Moer, gestreefd naar natte en vochtige, zoute, brakke en zoete graslandgemeenschappen en naar het instandhouden, hersteilen en verbeteren van de levensgemeen schappen van zoute en zoete (drink)- poelen. Gedeeltes van het gebied worden beweid van 1 april tot 1 december in dichtheden van 1-1,5 grootvee-eenheid per hectare. Andere gedeeltes worden één keer per jaar, na 1 juli, gemaaid. Broedvogels Wat mij als vogelaar het meeste boeit aan de Kapelse Moer is de grote verscheidenheid aan vogels op een stukje grond van honderdzeventien hectare. Natuurlijk is dit niet los te koppelen van de hiervoor beschreven omstandigheden. Een schatting van het aantal broed- paren per soort broedvogel, gebaseerd op tellingen van Staatsbosbeheer ('89, '90, '97, '99, '00), levert de volgende tabel op. De tellingen in het aangegeven gebied waren gericht op de weidevogels zoals: grutto, tureluur, scholekster en kievit. Kluutjes Na het uitkomen van de eerste legsels is het best wel druk in de weilanden. De jonge nestvlieders kun je dan overal rond zien lopen: de jonge kluutjes met hun al enigszins opge wipte snavel of de kievitkuikens met hun eigenwijze kuifjes. De huiszwaluw, in de tabel niet genoemd, huist met een hete kolonie bij een boerderij net even buiten de zuidelijke rand van de Kapelse Moer. Waarnemingen In de ruim vijftien jaar dat ik nu in de Kapelse Moer naar vogels kijk, heb ik al heel wat vogels waar genomen. In het zuidwestelijke deel van de Moer, voor de bekenden "Siberië", heeft eens een blauwborst gebroed. Prachtig om dit vogeltje te zien met z'n rode staart en blauwe borst. Bij het betonnen bruggetje met gele en groene korstmossen, ging ik altijd even plat op mijn buik liggen om naar de onder de brug broedende boerenzwaluwen te kijken. Mooi hoor! De zang van een spotvogel, winterkoning of heggemus, de zang van een overvliegend groepje puttertjes en de altijd op de achter grond aanwezige zang van de veld leeuwerik: het zijn vertrouwde geluiden. Een ander zeldzaam broedgeval was die van de bruine kiekendief. Voor de verplaatsing van de spoordijk nestelden ze in de hoek bij het oude gemaal waar een brede rietkraag de spoordijk sierde. In die tijd dat het kanaal nog niet verbreed was, lag er een meertje ingesloten in de kanaaldijk. Dit meertje was in de winter rijk aan eendensoorten en heeft eenmaal in de zomer(l) gefungeerd als opvang plaats voor een vleugellam middelste zaagbekmannetje met zijn gezonde vrouwtje. Tegenwoordig doen regelmatig lepelaars de Moer aan. Maar zoals gewoonlijk zijn zeldzame waar nemingen een uitzondering. Het fietspad langs het kanaal heeft z'n eigen charme. Daar vallen de Links: Het plasje met de notenbomen in de noordhoek van de Kapelse Moer. (Jan Karkdijk) Rechts: Kemp haan. (Chiel Jacobusse) tapuiten op die voor mijn fiets uit vliegen en de oeverlopers langs de waterkant, die steeds hun schel fluitend titti-wieti laten horen. Leuk om te zien zijn de voorbijtrek kende kemphaantjes in het 'plasje' naast de notenbomen in de hoek van de Moer tussen het kanaal en de Postweg. De mannen hebben dan half om half hun vechttenue al uitgedaan. Maar met een beetje fantasie zijn ze toch nog als de ridders van het balts- toernooi te herkennen. Dit toch wel bijzondere plasje heeft mij eens zeer verrast. Op een avond zwom er in het plasje een vogeltje in Schatting aantal broedparen per soort broedvogel in de Kapelse Moer Broedvogel (soort) Broedpaar (aantal) Bergeend 10 Boerenzwaluw >1 Ekster 1 (in '97) Fazant 15 Gele Kwikstaart >5 Graspieper 10 Groene specht 1 (in '97) Groenling >1 Grote lijster 1 (in '97) Grutto 25 Houtduif 20 Kievit 60 Kleine Karekiet 5 Kluut 15 Kneu >5 Koekoek 3 Kuifeend 2 Meerkoet 20 Merel >1 Patrijs 4 Ransuil 1 Ringmus >1 Scholekster 30 Slobeend 5 Torenvalk 1 (in '89) Tureluur 20 Veldleeuwerik >5 Visdief 2 Waterhoen 10 Watersnip >1 Wilde eend 3° Zwarte kraai 1 (in '90 en '97)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 11