Geruïneerd Tot in oktober 1944. Toen kwam aan dit alles abrupt en voorgoed een ein de. De 'tuin van Zeeland' werd gena deloos geruïneerd. Van Schagen noemt 'het oude eiland en zijn pracht' trouwens al eerder door 'triomfante Duitse grondigheid verwoest'. Nadat het water was verjaagd, bleek her verkaveling onvermijdelijk en volgde herbeplanting. De basis voor een nieuw Walcheren werd gelegd. Met een nieuw landschap, deels anders dan het vooroorlogse, deels daarop geënt. Geldt daarvoor het harde oor deel van de ethicus Gerard Rothuizen: 'Wat er van het eiland over is, kan nu geen mens meer inspireren'? Velen denken daar - terecht - toch anders over. Wegbeplanting in het vooroorlogse Walcheren, (coll. De Bruyne, Zeeuws Archief Middelburg) brede strook van Westkapelle via Oostkapelle naar Gapinge, en in de overgangszones van de hogere kreekruggen naar de lagere poelge- bieden. Vanaf de weg waren sommige met meidoorn omzoomde percelen zo slecht zichtbaar, dat een enkele daar om in de volksmond wel 't Verloren Weitje heette. Je ziet het voor je: een doolhof van meidoorn. Buitenplaatsen Ten slotte de buitenplaatsen. Daarvan verrezen er vanaf de zeventiende eeuw zoveel, dat al spoedig van een waar lustlandschap sprake was. In het midden van de achttiende eeuw werd een achtste deel van het eiland door tuinen en parken in beslag genomen. Dat betekende een afwisseling van 'koorn-akkers, zaylanden, heerlijk heden, hoven, boomgaarden, en lust huizen'. De wandelaar waande zich volgens de auteur van de achttiende- eeuwse Walcherse Arkadia 'als in een gedurig bosch'. Ook de Vlissingse Betje Wolff slaakte in 1769 over het eiland de juichkreet 'Boschryk Walcheren'. De buitens waren vooral gesitueerd tussen Middelburg en Vlissingen, en in de binnenduinrand van Domburg via Oostkapelle naar Vrouwenpolder. Maar in en na de Franse tijd liep het aantal buitenplaat sen snel terug; omstreeks 1824 waren het er nog maar ongeveer 45. Sommigen beschouwden de vele, tot 1944 verspreid voorkomende kleine bosjes van een halve tot vijf hectare als typerende herinneringen aan de vroegere buitenplaatsen. Kleinschalig Naast de wegbeplanting, de mei doornheggen en de (restanten van de) buitenplaatsen was er natuurlijk nog meer dat bijdroeg aan de intimiteit van het vooroorlogse Walcherse land schap. Dat was kleinschalig, met een grote afwisseling van hoog en laag in de vorm van kreekruggen en poel- gebieden; daarop geënt was ook de landbouw kleinschalig. De boerderijen waren groene oasen, met beplanting langs de oprijlaan (de 'baene'), rond om het erf, de boomgaard en de huis- weide (de 'boomweie'). Ook langs de watergangen kwam hier en daar beplanting voor. En, heel belangrijk: zoals nergens elders in Zeeland, was dit landschap al eeuwenlang hoege naamd onaangetast. Na de storm vloeden en inundaties van de zestien de eeuw was het eiland niet meer veranderd door de gevolgen van nieuwe overstromingen. Een nieuw stelsel van wegbeplanting werd gerealiseerd, maar ondanks hartstochtelijke pleidooien van onder andere de stichting Nieuw Walcheren en landschapsarchitect C.P. Broerse bleef het daarbij. Op het nieuwe eiland keerde de meidoorn op de per- ceelsranden niet terug. Des te waarde voller is het kleine, ons als een erfenis nagelaten heggenreservaat bij de Blikkendijk onder Kleverskerke. Zó, precies zó was het. Daarnaast zullen op langere termijn de resultaten van het project 'Tuin van Zeeland' nabij Ter Hooge een indruk van dit land schapstype geven:zo ongevéér was het. Van het buitenplaatslandschap is, afgezien van de noordelijke binnen duinrand, heel weinig meer over. De zogenaamde '2- hectare-regeling' stimuleerde na de oorlog het ontstaan van nieuwe buitenplaatsen en land huizen, maar daarvan is er helaas een aantal verrezen op minder geschikte plaatsen in open poelgebied. Moraal Wat kan nu de moraal van dit verhaal zijn? Allereerst dit, dat Walcheren vóór alles cultuurlandschap is, gemaakt en de eeuwen door vermaakt door onze voorouders. Door boeren, maar zeker niet uitsluitend door hen; ook burgers

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 11