M
m
W
r<rf
- V
"*jF
Urv
r, v
provincie maar op een paar plekken
(in Zeeuws-Vlaanderen) te vinden.
Een andere reden waarom landschap
pelijke diversiteit de soortenrijkdom
bevordert, is dat in een gevarieerde
omgeving de wisselwerking tussen
soorten minder snel tot het verdwij
nen van een soort leidt: de overle
vingskansen zijn er beter. In het geval
van roofdieren en hun prooien bij
voorbeeld, dan is die toegenomen
overlevingskans te verklaren uit het
feit dat in een afwisselende omgeving
de prooidieren gemakkelijker plekken
kunnen vinden waar ze veilig zijn voor
hun belagers. Ook als er geen sprake
is van een roofdier-prooidier relatie
kan een afwisselende omgeving bij
dragen aan het vergroten van de soor
tenrijkdom. In dat geval kan bijvoor
beeld de grotere verscheidenheid in
Merel. In dit gebied alleen in de
Eendenkooi. (Archief Het Zeeuwse
Landschap)
voedselaanbod de onderliggende
reden zijn: wat niet door de ene soort
kan worden benut, kan wel worden
gegeten door een andere. De concur
rentie tussen de soorten is daardoor
geringer, de soorten kunnen naast
elkaar bestaan. De vermindering van
de druk die roofdieren leggen op hun
prooidieren, en de afgezwakte concur
rentie tussen dieren onderling, bevor
deren bovendien dat in een gevarieer
de omgeving populaties minder snel
uitsterven. De soortenrijkdom die er
is, blijft dus gemakkelijker voortbe
staan.
Illustratie
Hoe gevarieerder de omgeving, hoe
meer soorten, is dus de algemene
regel. Dat is ook in onze provincie te
Ir- Ik (p*, r*§j
illustreren. Als voorbeeld nemen we
een vierkante kilometer aan de noord
kust van St. Philipsland, nabij Anna-
Jacobapolder. De luchtfoto van het
gebied laat duidelijk zien dat het
landschap uit verschillende onderde
len bestaat. Een groot deel bestaat uit
agrarisch gebied, in gebruik voor de
akkerbouw. Er loopt een enkele weg
Luchtfoto van de eendenkooi met
omgeving (Archief het Zeeuwse
Landschap: Sky Pictures).
j_ i i