Opnieuw in het door inundaties in 1584 Verdronken Land van Saeftinghe, in hetzelfde gebied als de prehis torische vindplaatsen, komen we een exact gedateerde vondst uit de Late Middeleeuwen (1000-1500 na Chr.) tegen. Tijdens een excursie onder lei ding van de inmiddels gepensioneer de gids Richard Bleijenberg werden in 1992 de resten van een kleine begraafplaats met 8 of 9 graven ont dekt. De doden waren op een bijzon dere manier begraven: in een grafkuil in het veen, gewikkeld in een mat van stro of riet, neergelegd op dwarsge- legde rondhouten en bedekt met een plank of deksel. Een van de begravin gen dateert van omstreeks het jaar 1070. Mogelijk gaat het hier om de begraafplaats van het verdronken dorp Weele. In het bezoekerscentrum van Saeftinghe is een van de skelet ten uit dit grafveld in de expositie te bezichtigen. In het gebied hebben nog meer dor pen gelegen, zoals Saeftinghe, Casuele, Hontemude, St. Laureins, Stampaert en Namen. Recentelijk is in opdracht van de Stichting Het Zeeuwse Landschap een archeologisch onderzoek verricht naar de ligging van het kasteel van Saeftinghe. Archeologische resten van het kasteel zijn niet aangetroffen, maar verder historisch onderzoek heeft een mogelijk goede locatie aan het licht gebracht, waar verder archeologisch onderzoek kansrijk kan zijn. Als we oversteken naar de noordoever van de Westerschelde liggen pal tegenover Saeftinghe de resten van het in 1530 en 1532 verdronken Rilland. In 1989 werden stukken van de omgeving van dit dorp verkend, waarbij sloten, moerneringsputten en vlechtwerkbeschoeiing werden aange troffen. In een van de sloten werd een fraaie tinnen kan uit de veertiende eeuw ontdekt. Valkenisse De belangrijkste exponent van de Zeeuwse verdronken dorpen is wel het in 1570 verdronken Valkenisse, in het natuurgebied het Schor van Waarde. Sinds 1989 zijn resten van het dorp te voorschijn gekomen. Opgraven is hier niet nodig, omdat de stroming-helaas!- voor een constante erosie van de schorrand en verlaging van het slik zorgt en de archeologi sche resten vanzelf bloot spoelen. Door onderzoek is een beeld gekre gen van delen van een middeleeuws dorp en zijn omgeving. De vroegste archeologische datering is uit de twaalfde eeuw, in historische bronnen is de eerste vermelding in het jaar 1233. In het centrum van het dorp liggen de fundamenten van de kruiskerk, met daaromheen het kerk hof. Het kerkhof werd omgeven door een kerkhofmuur. Zowel in de kerk als op het kerkhof zijn graven aangetrof fen, in totaal ongeveer 130. Ten oos ten van het kerkhof is een deel van een straatje van veldkeien geconsta teerd, dat blijkens oude kaarten de Molenweg moet zijn. Aan de zuidkant van het kerkhof bevond zich de dorpsput, de 'vaete'. Verder zijn er grote en kleine huizen en schuren opgetekend, o.a. het zogenaamde huis van Melis, genoemd naar een naam op een zegelstempel uit de bij het huis horende beerput. Ten oosten van het dorp is de vrijwel volledige plattegrond van het kasteel van de heren van Valkenisse ingemeten, met hoektorens, een waterput en een beerput. Nog verder naar het oosten ligt het restant van een dijk. In de periferie van het dorp zijn sloten voor perceelbegrenzing en afwatering en moerneringsputten zichtbaar. Bescherming Valkenisse Tijdens de gestage onderzoekingen aan de resten van het verdronken Valkenisse werd duidelijk dat hier sprake was van een archeologisch Restant van een waterput in het verdronken Valkenisse. (foto auteurs) terrein van uitzonderlijke waarde. Bij het vervaardigen van de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van Zeeland is het monument dan ook in de hoogst mogelijke cate gorie geplaatst en aangeduid als een terrein van zeer hoge archeologische waarde. Het aangewezen gebied beslaat niet alleen de resten van het dorp zelf, maar ook een groot deel van de omliggende landerijen, met daarin de resten van het kasteel en de dijk. In januari van dit jaar is uiteinde lijk de definitieve aanwijzing van het gebied als beschermd archeologisch monument totstandgekomen. Echter,door deze wettelijke bescher ming is de erosie van het monument niet te stoppen. Een feitelijke bescher ming van het gebied kan alleen wor den bereikt door het nemen van fysie ke beschermende maatregelen, die de erosie tegengaan en doen ophouden. De meest voor de hand liggende maatregel daarbij lijkt de aanleg van een leidam of strekdammen te zijn die de eroderende stroming van de kust weg zouden leiden. De gelegenheid heeft zich nu voorgedaan dat een der gelijke bescherming gerealiseerd kan worden in relatie met de verdieping van de Westerschelde, in het kader van de daarbij behorende natuurcom pensatie. Het Schor van Waarde is inmiddels toegevoegd aan het natuur compensatieprogramma, waarbij door een totaalaanpak zowel een verbete ring van de natuurwaarden als een bescherming van de cultuurhistorische waarde bereikt zou kunnen worden. Het provinciebestuur van Zeeland hecht er grote waarde aan dat op deze manier het archeologisch monu ment als een levend gedenkteken van de Zeeuwse afhankelijkheid van en strijd tegen het water voor toekomsti ge generaties behouden kan blijven. Drs. R.M. van Dierendonck en drs. 1. longepier zijn werkzaam als resp. provinciaal archeoloog en assistent-provinciaal archeoloog bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland te Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 9