Vogels v.t.n.r. gepolderd is voor industrie. De grote terekruiter, vlakte ligt echter al jaren braak en (Chris Schenk), trekt roofvogels als buizerd en slecht- Syberische valk aan. De buitendijks gelegen gestreepte Zandplaat (2b) is een goede stek om strandloper steltlopers te bekijken tijdens hoog (Hans Gebuis), water. Afhankelijk van het jaargetijde gestreepte zijn op het strand groepen foerage- strandloper rende en rustende steltlopers te zien, (Chris Schenk) onder andere bonte strandloper, scholekster, grutto, rosse grutto, zilverplevier, wulp, regenwulp, drie- teenstrandloper, bontbekplevier en strandplevier. De dwergstern is om te broeden afhankelijk van rustige stranden. In het verleden was de Zandplaat een perfect broedgebied voor deze zeldzame broedvogel. Ze heeft echter plaats moeten maken voor het 'strandtoerisme'. In de iets verderop gelegen Braakmanhaven (2c) kan men duikers en duikeenden vinden; helaas is deze locatie niet meer vrij toegankelijk. Braakman Noord (3) Na de inpoldering is een deel van de gewonnen grond ingeplant met bos (3a). De bossen bestaan uit een afwis seling van loofhout en naaldhout. Op verschillende plekken broeden wiele walen, ransuilen en nachtegalen. Deze laatste echter vooral in het zuidelijk deel van het bos. De grootste blikvanger is echter de Braakmankreek (3b) die 's winters zeer belangrijk is voor watervogels. Tijdens de trektijd en in de winter zijn er veel eenden en steltlopers te zien. Erg bijzonder zijn de duizenden ganzen en honderden kleine zwanen die er in de wintermaanden komen slapen. Het met wilgen en vlieren begroeide eilandje in het midden van de kreek is door de geïsoleerde ligging in trek bij aalscholvers en kleine zilverreigers en soms de grote zilverreiger. De kleine zilverreiger broedt er in een kolonie met blauwe reigers. Steltlopers zitten er nog steeds aan de oever van de Braak mankreek. De meeste wanneer het op de Westerschelde hoogwater is. Vooral de aanwezigheid van een groep kemphanen (foerageren binnendijks) en IJslandse grutto's (foerageren buitendijks) in de wintermaanden is het vermelden waard. De hoeveelheid steltlopers is de laatste decennia echter sterk afgenomen doordat er minder slik is. Aan de rand van bos en kreek is een gluurmuur (3c) geplaatst om de vogels ongemerkt te kunnen observeren. De muur is zo gesitueerd dat je uitzicht hebt op de grote Braakman kreek en op de kleinere Westgeul. Ijsvogels zie je hier vanaf augustus tot en met maart. In het rietveld langs deze Westgeul landen tijdens de najaarstrek in de avondschemering regelmatig bruine kiekendieven om er te gaan slapen en op het slik voor de gluurmuur kun je dan waterrallen zien. In de zomer is er bij de gluurmuur ook wel wat te zien, maar dan hebben de grote aantallen vogels plaats gemaakt voor grote aantallen recreanten met hun flitsende surfplanken en zeilbootjes. Koudepolder en Lovenpolder (4) De Koudepolder en Lovenpolder zijn landbouwgebieden met een aantal mooie kreken. In de polder verblijven gedurende de winter vaak groepen ganzen. In de rietkraag langs de kreken zijn diverse rietvogels te vinden, waaronder in de Lovenpolder de grootste dichtheid aan rietzangers in Zeeland. De boerenerven met knotbomen in beide polders zijn trouwens ook zeer goed voor steen uilen. Mauritsfort (5) Het Mauritsfort is gelegen aan de uiterste oostkant van het gebied. In de tachtigjarige oorlog was het fort een belangrijk verdedigingswerk. De kreek en de weilanden trekken vooral in het voorjaar de nodige vogels aan. Soorten als zomertaling, lepelaar en purperreiger zijn hier ieder jaar te zien. Braakman Zuid (6) Dit gebied is gelegen ten zuiden van de Rijksweg 61. Er liggen een aantal bossen (6a) die steeds interessanter worden voor de echte bosvogels. De nachtegaal broedt er (circa 10-15 paar) en er zijn zelfs enkele paren

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 10