5
direct of indirect, in zijn karakteristieke
en onderscheidende kwaliteiten op
achteruit gaat. Zoals gezegd, door de
beperkte opzet van het Milieu-effect
rapport blijft dat buiten beeld.
Toch ligt daar een heel wezenlijk punt,
dat verder reikt dan de aanleg van
de WCT alleen. Wat is uiteindelijk
voor Zeeland het meest wenselijke
toekomstperspectief?
Het Zeeuwse Landschap is van mening
dat het behouden en ontwikkelen van
Zeeland als groen-blauwe oase in een
rondom verstedelijkte en geïndustria
liseerde omgeving de meest wense
lijke optie is. Het handhaven en
ontwikkelen van die landschappelijke
kwaliteit heeft een belang dat vér
voorbij de provinciegrens strekt.
Een project als de WCT (of welk ander
megaproject dan ook) moet kunnen
passen in dat concept. Voor de
Stichting is de wenselijkheid van
aanleg van de WCT dan ook afhan
kelijk van de mogelijkheden en
maatregelen om de kwaliteit van het
landelijk gebied te kunnen handhaven.
De Kaloot
Als we het over de aanleg van de
WCT hebben, dan is het onvermijdelijk
om ook nog het punt ter sprake te
brengen dat wellicht de meeste
aandacht heeft gekregen in de
publieke discussie: het verlies van
het langgerekte slik- en strandgebied
aan de zuidkant van het Sloegebied,
bij de Kaloot. Dit oevergebied zal
worden opgeslokt door de kade van
de WCT. Het is natuurlijk waar dat
dit gebied nou niet het meest aan
trekkelijke stukje Westerscheldekust
is. Toch betekent de aanleg van de
WCT wel degelijk dat de Wester-
schelde opnieuw aan ruimte en
natuurlijkheid inboet. En het valt niet
mee om dat goed te maken.
Er is weliswaar een globaal plan voor
natuurcompensatie, maar dat plan
lijkt voor een deel achterhaald te zijn
door de ontwikkelingen. De Europese
Commissie heeft Nederland recent te
verstaan gegeven dat het natuur
compensatieprogramma dat nu in
uitvoering is vanwege de natuur
verliezen door de huidige verdieping,
ontoereikend is. Natuur die buitendijks
verloren gaat, moet door gelijk
waardige nieuwe natuur vervangen
worden, vindt de Commissie. In dat
opzicht schiet het compensatiepro
gramma voor de WCT tekort, omdat
er voornamelijk in binnendijkse
compensatie wordt voorzien, hoewel
het natuurverlies buitendijks is.
Zuur
Daarbij komt nog dat er begin dit
jaar een langetermijnvisie voor het
Schelde-estuarium is opgesteld, op
last van het Ministerie van Verkeer
en Waterstaat en het Vlaamse
Ministerie van Openbare Werken,
Vervoer en Ruimtelijke Ordening. Het
streefbeeld voor de Westerschelde in
deze visie - een streefbeeld dat in de
provincie breed is onderschreven -
omvat twee natuurdoelstellingen: ten
eerste, ruimte voor natuurlijke
fysische, chemische en biologische
processen en, ten tweede, behoud
en versterking van het complete
estuariene ecosysteem. Het is nogal
zuur om te constateren dat zo kort
na het definiëren en onderschrijven
van het streefbeeld een landaan
winning aan de orde is die aan beide
doelstellingen afbreuk doet.
Echte compensatie
De Europese regelgeving én een
consequente opstelling ten aanzien
van de Westerschelde vereisen dus
dat intergetijdengebied dat door
toedoen van de WCT verloren gaat,
door vergelijkbaar gebied vervangen
wordt. Dat is niet eenvoudig. Is het
verlies van een bos nog betrekkelijk
eenvoudig te compenseren, voor de
buitendijkse natuur van de Wester
schelde ligt dat toch een stuk ingewik
kelder. Alleen door binnendijkse
gebieden onder getijdeninvloed te
brengen, kan van echte compensatie
gesproken worden. Of dat per
definitie uitsluitend landinwaartse
verplaatsing van waterkerende dijken
moet inhouden ("ontpoldering"), is
dan nog even de vraag. Voorstelbaar
is dat gedempte instroom van
getijdenwater (via een door eenvou
dige inlaatsystemen "poreus"
gemaakte dijk) ook waardevolle
getijdennatuur oplevert. In Groningen
is bijvoorbeeld dit jaar de polder
Breebaart via een duiker in verbinding
met de Dollard gebracht. Met elk
hoog water stroomt er nu, op een
gecontroleerde manier, water de
polder in. Het zou heel zinnig zijn
om - zelfs los van de WCT- binnen
de provinciegrenzen hier ook ervaring
mee op te doen, bijvoorbeeld in één
van de polders waar nog een
afwateringssluisje in de dijk is gehand
haafd. Gewapend met die ervarings
kennis is dan beter aan te geven wat
de reële mogelijkheden zijn voor
ontwikkeling van estuariene natuur.
Koekoeksjong
Al met al kan geconcludeeerd worden
dat Zeeland met de aanleg van de
WCT voor een grote opgave zal
komen te staan. Inpassing van de
WCT, met al de neveneffecten ervan,
op een manier die de bestaande
waarden van land en water in de
provincie onaangetast laat, zal een
enorme inspanning vereisen - als dat
al überhaupt mogelijk is. Het is de
vrees van velen, en ook van Stichting
Het Zeeuwse Landschap, dat de WCT
vooral een koekoeksjong zal blijken
te zijn dat de overleving van de
andere jongen in het nest bedreigt.
Dr. M.A. Hemminga is directeur van
Het Zeeuwse Landschap.
Duintjes langs
het strand van
de Kaloot.
(Marten
Hemminga)
Foto op de
achtergrond:
Golfribbels en
schelpen op het
strand van de
Kaloot. (Marten
Hemminga)