Beheersinspanningen District Noord (Zeeland benoorden de Westerschelde) Zoals ieder jaar is ook in 2000 de uitdaging aangegaan om maximale natuurresultaten te behalen. De langjarige beheer- plannen vormen de basis voor de terreinwerkzaamheden. Andere factoren bepalen daarna de fijnafstemming over het jaar. Dit zijn bijvoorbeeld samenwerkingsmogelijkheden met andere partijen, seizoensomstandigheden (een extra natte winter kan b.v. een tijdelijke beperking vormen voor het gebruik van landbouwwerktuigen, doordat het terrein ontoegankelijk is), en zeker niet als meest onbelangrijke factor, de ontwikkeling van de natuur zelf, uitgedrukt in soorten en aantallen. -r'fitiff rnifif imnaiMi MHBi Het beheer van de eigendommen in de Yerseke Moer omvat elk jaar een aantal periodiek terugkerende werkzaamheden. Het beheer van het ingeschaarde vee, inclusief het onderhouden van rasters en drinkwatervoorzieningen vormt een belangrijk deel hiervan. Er is een extra inspanning geleverd t.a.v. het beweidingbeheer, omdat de nieuwe Subsidieregeling Natuurbeheer bepaalde beweidingperioden en veedichtheden voorschrijft. Op de zes hooilandjes in het gebied (samen ca. 10 ha) wordt een specifiek hooibeheer gevoerd. Ten behoeve van het monitoren van het allesbepalende grond- en oppervlaktewatersysteem in de Moer wordt, inmiddels al jaren, maandelijks de stand en druk van het grondwater via peilbuizen opgemeten. De combinatie van rust, vochtige graslanden, hooilanden en beweidingbeheer zorgen ervoor dat de omstandigheden voor een zeer goede weidevogelstand gegarandeerd blijft. Met het plaatsen van een nieuw infobord zijn de publieksvoorzieningen verbeterd. In afstemming met het Waterschap Zeeuwse Eilanden werd voor de Yerseke Moer een ecohydrologisch adviseringsrapport uitgewerkt voor de aanpassing van het grondwaterpeil. De bedoeling is dat er een algemene vernatting zal plaatsvinden zonder dat de brakke natuurwaarden van dit gebied worden aangetast. Dit onderzoeksrapport zal de onderbouwing vor men van een nieuw peilbesluit voor de Yerseke Moer, dat het waterschap in 2001 in procedure brengt. Deze projectstudie werd deels gefinancierd middels de Regeling Gebiedsgerichte bestrijding verdroging van het ministerie van LNV. Onder de terreinen in de kustzone van Noord-Beveland vereist de vegetatie in de Vlietepolder een speciaal beheer. In 2000 zijn zoveel mogelijk wilgenscheuten verwijderd uit het veenmosrietland. Daarna is het riet in de Vlietepolder in de winter gemaaid en afgevoerd. Dit gebeurt met een speciaal hiervoor ontworpen drijvende rietmaaimachine. In de meeste grasachtige delen van de inlagen is een beweidingbeheer gevoerd. Bijzondere zorg is uitgegaan naar het vrijhouden van voldoende stukken ten behoeve van het broeden en opgroeien van jonge weidevogels. Het vogeleiland in de inlaag 's Gravenhoek heeft een opschoningbeurt gekregen: om het eiland aantrekkelijk te houden voor kale grond broeders is de vegetatie verwijderd. De beheersmaatregelen voor de bossen en lanen op Landgoed Ter Hooge zijn gericht op het behoud en de ontwikkeling van een gezond en stabiel bos. De uitgevoerde dunningen zorgen voor stabiliteit en verjongingskansen, waarbij tevens de hoeveelheid dood hout vergroot wordt. Dit laatste heeft een gunstige invloed op de biodiversiteit. Met name padde stoelen, insecten en insectenetende vogels profiteren daarvan. Een boeiend object in eigendom van de Stichting is de eendenkooi op St. Philipsland. Met de komst van een nieuwe kooiker, heeft de kooikerswoning weer zijn oude status van dienstwoning gekregen. Het kooibeheer wordt voorlopig op oude voet voortgezet. Eenden zijn in 2000 niet gevangen, met uitzondering van één slobeend. Deze is geringd en weer vrijgelaten. Het kooibosbeheer wordt door de Stichting zelf uitgevoerd. Als onderdeel van de traditionele vierjarige cyclus zijn zijn de hakhoutpercelen dit jaar teruggezet. stichting Het Zeeuwse Landschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 28