District Zuid (Zeeland bezuiden de Westerschelde) De Stichting beheert hier vijf grote terreinen, die direct verbonden zijn met de Westerschelde: het Zwin (65 ha), de Verdronken Zwarte Polder (45 ha), de Hooge Platen (860 ha), het Paulinaschor (115 ha) en het Verdronken Land van Saeftinghe (3500 ha). Binnendijks en grenzend aan de zeewering van de Westerschelde bevinden zich van west naar oost ook nog een reeks van kleinere reservaatsgebieden. Het Zwin en de Verdronken Zwarte Polder zijn min of meer verlande slufters met een grote landschappelijke waarde. Op het hogere schor van het Zwin vindt beweiding met schapen plaats van eind juni tot eind oktober. De monotone vegeta tie van strandkweek is hier verder teruggedrongen ten gunste van een meer diverse zilte vegetatie. De mondingsgeul verplaatste zich nog verder in de richting van het duin; dit heeft veel afslag tot gevolg gehad. De afrastering is op voor hand verwijderd. Ook de wandelplankieren voor de recreanten vereisten het nodige onderhoud. Volgens de afspraken in het internationale Zwinoverleg is het uitgraven van de zandvang weer in voorbereiding genomen. Het schor van de Zwarte Polder is hoog opgezand en op het ten oosten van het plankier gelegen gedeelte vindt het hele jaar door begrazing met 30 - 50 schapen plaats. Om het wandelpad in het duin begaanbaar te houden is intensief gesnoeid. Op de nieuwe groei plaats van de Gesteelde zoutmelde waren opnieuw honderden exemplaren te zien. Op de Hooge Platen gaat de schor- en duinvorming gestaag verder, ondanks een in de winter opgetreden grote plaatval ter hoogte van het er aangelegde broedbiotoop de Bol. De met vegetatie bedekte oppervlakte bedraagt nu ongeveer 5 ha. Om het habitat voor pioniers in stand te houden is op de schelpenbank de vegetatie verwijderd. Niettemin beleefden de broedende sterns wederom een slecht broedseizoen met weinig juvenielen. Voedselgebrek was de boosdoener. In de nazomer is er tijdelijk onder de vogels op de Bol veel verontrusting geweest vanwege de kokkelvisserij. De bodemfauna lijdt onder deze vorm van intensieve visserij en daarbovenop komt de verzanding van de slikken als gevotg van de baggerstort. Het Paulinaschor is een middelhoog schor met een gevarieerde zilte vegetatie, met plaatselijk enkele schapendammetjes. Voor het schor ligt een slikplaat. De bodemfauna wordt hier stelselmatig gemonitored. Na het stoppen van de kokkel visserij is nu een langzaam herstel van de bodemfauna waar te nemen. Het waterschap heeft herstelwerkzaamheden van de zeewering in voorbereiding genomen. In het Verdronken Land van Saeftinghe zijn de voorbereidingen getroffen om het grondgebruik van de honderden hecta res beweide kwelder aan te passen aan de voorschriften van het nieuwe Programma Beheer. Dit heeft tot veel werk aan de afrasteringen geleid. Met het vertrek van de pachter aan de Noord ontstond een "vacature" voor de beweiding van ruim 200 ha schor. Met de zittende grondgebruikers is een mini-kavelruil overeengekomen en dat heeft voor elk tot een groter kwelderperceei geleid. Vanwege de regelgeving die voortkomt uit de Mestwet, kunnen er steeds minder dieren op een hectare worden gehouden; nu is dat nog maar 1 dier per 2 hectare. Door het beschikbaar maken van een groter begrazingsgebied is voor de veehouders de pijn enigszins verzacht. Ten opzichte van het beheersplan ontstaat er overi gens nu een lichte onderbeweiding. De omgeving van de schaapskooi op het Gasplateau is opgeruimd, de dam naar de Noord is plaatselijk hersteld en een tweetal niet meer gebruikte en vervallen bruggen zijn verwijderd. De Gasdam, een leidingenstraat die dwars over het zuidelijke deel van het schor loopt, blijft gevoelig voor erosie. Het patroon van greppels en sloten van het Sieperdaschor

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 30