Stichtingsraad Natuurwetenschappelijke Adviescommissie Personeel en vrijwilligers In 2000 namen twee leden van het bestuur afscheid: Mr. R. Zonnevylle en Prof. dr. H.L.F. Saeijs. Nieuw benoemd zijn Mr. J. Gmelich Meijling, de heer C. Krins en Ir. L.A. Adriaanse. De heer Gmelich Meijling is binnen het bestuur benoemd als secretaris, en de heer Krins als penningmeester. Daarmee was de samenstelling van het bestuur per 31 december als volgt: Drs. C. Kostense (voorzitter), Mr. J. Gmelich Meijling (secretaris), Dhr. C. Krins (penningmeester), Ir. L.A. Adriaanse, Dhr. Fl. Castelijns, Dr. S. Knigge, Dhr. C.B. Langendoen, Mevr. J.A. de Looff-de Wild Directie: Dr. M.A. Flemminga Vergaderd werd op 15 juni en 18 december. Ondermeer werd de jaarrekening van de Stichting over 1999 besproken en goedgekeurd. Punt van aandacht was ook de al boven genoemde Beleidsnota 2001-2004. Uitgebreid is voorts aandacht besteed aan de inhoudelijke invulling van de Landschapsvisie Zeeland, een project dat gezamenlijk met ZMF is uitgevoerd. Als nieuwe leden van de Stichtingsraad werden benoemd de heer C. Krins (tevens nieuw benoemd in het bestuur) en de heren J. Millenaar en W. v.d. Plasse. Afgetreden zijn Mr. J.M. Huijgen, drs. G.R. Heerebout, ir. J.L.M. Mandos, ir. W.W. van Zandbrink, ir. Th. Vette, j. de Zwart en Prof. ir. H. P. van Heel. Met ingang van het verslagjaar kreeg de NWA een nieuwe voorzitter, in de persoon van Prof. dr. P. Meire, die ver bonden is aan de Universitaire Instelling Antwerpen. De NWA kwam driemaal bij elkaar. Elke vergadering werd voor afgegaan door een veldbezoek. Bespreek- en besluitpunten waren onder andere het jaarverslag van de Stichting; vegetatiekundig onderzoek in de Verdronken Zwarte Polder; inrichtingsalternatieven voor de verzanding van het Zwin; een beheersplan voor de dijken van West Zeeuws-Vlaanderen; een beheersplan voor overzomerende ganzen in Zeeuws-Vlaamse kreekgebieden; natuur en mosselcultuur in de Oosterschelde; natuurdoelen in het kader van Programma Beheer en grondwaterpeilbeheer in de Yerseke Moer. Eind 2000 waren er 30 medewerkers in dienst, deels in vaste dienst, deels op tijdelijke basis. Ongeveer de helft van deze medewerkers werkte parttime. Vrijwilligers leverden ook dit jaar weer op tal van manieren een bijdrage, bijvoorbeeld bij diverse veldwerkzaamheden en als gids voor excursies in de natuurgebieden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2001 | | pagina 38