Nationaal Landschap
\C^ r
3
'k i
TV
r
1 AVI
.1.
a
r\
Door Marten Hemminga
In december 2000 verscheen de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening, opgesteld onder
verantwoordelijkheid van het ministerie van VROM. Daarin werd het begrip Nationaal
Landschap gepresenteerd. Het gaat hier om gebieden met een eigen identiteit die karakteristiek
zijn voor Nederland. In Nationale Landschappen moet behoud en ontwikkeling van die streekeigen
kwaliteiten voorop staan. Inmiddels is, na een maatschappelijke inspraakronde, aan het einde
van 2001 door het kabinet besloten om vrijwel de gehele provincie Zeeland, samen met Goeree-
Overflakkee aan te wijzen als Nationaal Landschap Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta.
De Tweede Kamer moet zich er nog over uitspreken,
maar het is duidelijk dat met dit kabinetsbesluit
een flinke stap is gezet in de richting van een defi
nitieve aanwijzing. Daarmee zou een belangrijke
wens zoals die door Het Zeeuwse Landschap en de
Zeeuwse Milieufederatie een jaar geleden in de
Landschapsvisie Zeeland naar voren is gebracht, in
vervulling gaan.
Bijzondere positie
In de Vijfde Nota zijn zeven gebieden als Nationaal
Landschap benoemd, waarvan het Nationaal
Landschap Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta de
grootste eenheid vormt. Door de aanwijzing krijgt
Zeeland een bijzondere positie. Zoals op de kaart bij
dit artikel is te zien, is met uitzondering van de
stedelijke gebieden Vlissingen, Middelburg, Goes en
Terneuzen en de bijbehorende haven- en industrie
gebieden, de gehele provincie, inclusief de grote
wateren, begrensd als Nationaal Landschap. Deze
aanwijzing betekent een erkenning van de
bijzondere landschappelijke waarden van de delta,
die behouden en versterkt moeten worden. De
Vijfde Nota is vervolgens behoorlijk vaag over wat
de aanwijzing nu heel concreet in de praktijk gaat
betekenen. Gaat Zeeland 'op slot' zoals sommigen
nog steeds vrezen, wordt het één groot openlucht
museum, of is de aanwijzing alleen maar gebakken
lucht en blijft alles mogelijk wat nu ook al mogelijk
is? Het is wel zeker dat het eerste niet het geval is;
de provincie zal ook in de toekomst kunnen blijven
ontwikkelen. Aan de andere kant is het wel aanne
melijk dat door de aanwijzing die ontwikkeling ster
ker dan voorheen bepaald zal worden door de eis
om de karakteristieke ruimtelijke kwaliteiten -waar-
op de aanwijzing is gebaseerd- overeind te houden.
Karakteristiek
Wat die karakteristieke ruimtelijke kwaliteiten zijn,
wordt overigens niet specifiek benoemd in de Vijfde
Nota, maar het is niet zo moeilijk om daar invulling
aan te geven. Dat is allereerst de grootschalige
afwisseling van water en land, met alle overgangs
situaties en dynamiek die bij riviermondings-
gebieden behoren; ten tweede, de goedbewaarde
inpolderingsgeschieden is vanuit eilandkernen,
PKB-kaart begrenzing Nationaal Landschap Zeeuwse en
Zuid-Hollandse Delta, (ministerie van VROM)