Buidelmees. (Chris Schenk)
het speciaal voor hen aangelegde NPL-eiland, vlak
voor de observatiehut. Maar elders zijn de pioniers
opgevolgd door andere soorten; eerst door allerlei
meeuwen, zoals zilvermeeuwen, zwartkopmeeu
wen (heel veel!) en kokmeeuwen. Maar ook die
zijn op de meeste plaatsen alweer verdwenen en
opgevolgd door blauwborsten, kiekendieven en
ransuilen.
Zeldzame doortrekkers
Genoeg over de broedvogels. Nog voordat het
broedseizoen afgelopen is, verschijnen de eerste
vogels op de najaarstrek. De poelruiter is bijna
iedere nazomer vanaf juli te bewonderen en ook
de reuzenstem en de visarend laten tijdens de
najaartrek maar zelden verstek gaan. Bij velen
staat de Week van het Landschap van 1997 in het
geheugen gegrift, omdat toen vanuit de geïmpro
viseerde, rijdende vogelobservatiehut de zeearend
en de visarend regelmatig gelijktijdig te bewonde
ren waren.
Zo is er veel meer te noemen. Zoals die keer dat we
tijdens een vogeltelling in juni 1995 onze snelle
patrouilleboot afmeerden langs de blokkendam
langs het Schelde-Rijnkanaal. In het metershoge
wilgenstruweel zat een mij volslagen onbekende
vogel volop te zingen. Zoiets als een ortolaan, was
al wat ik wist te verzinnen. De beroepsvogelaars
die ons vergezelden, maakten er na wat heen en
weer gepraat een bruinkopgors van. Het is een
zeer zeldzame dwaalgast die thuishoort in
Centraal-Azië, vanaf Kazachstan oostelijk tot het
Atlai-gebergte. Het is een van de weinige waarne
mingen in Nederland waarvan algemeen wordt
aangenomen dat het om een wild exemplaar ging
en niet om een ontsnapte kooivogel. Er zijn trou
wens meer dwaalgasten waargenomen langs de
Philipsdam. Het rijtje in de tabel is zeker niet uit
puttend, omdat lang niet iedere vogelaar de moei
te doet om een waarneming te laten registreren.
Biotopenscala
Alles bij elkaar genomen is er langs de vogelboule
vard een respectabele lijst van zeldzaamheden
waargenomen. Dat roept de vraag op waaraan de
vogelrijkdom te danken is. Het antwoord is niet
eenduidig te geven. Wat zeker een rol speelt, is dat
het gaat om een gebied in ontwikkeling, waar
gelijktijdig een groot scala aan biotopen aanwezig
is, zodat soorten met een sterk uiteenlopende
voorkeur er iets van hun gading vinden.
De ligging langs een Deltadam speelt zeker ook
een rol, omdat trekkende vogels dit soort lijnele-
menten opzoeken om tijdens hun tocht naar het
zuiden brede waterpartijen te passeren. De ligging
vlakbij de Oosterschelde en het Grevelingenmeer
met elk een heel ander karakter zal ook zijn posi
tieve invloed hebben. Ten slotte speelt er natuurlijk
ook gewoon een soort sneeuwbaleffect. Een
gebied dat als vogelrijk bekend staat, trekt veel
vogelaars aan en die doen telkens weer nieuwe
ontdekkingen die vervolgens opnieuw vogelaars
aanlokken. Anders gezegd: een zeldzaamheid die
langs de vogelboulevard verblijft, wordt veel snel
ler opgemerkt dan een die op een willekeurige
andere plek vertoeft.
Excursie
De aanwezigheid van zeldzame soorten valt per
definitie nooit te voorspellen. Maar dat is het ook
niet wat de Philipsdam zijn grootste charme geeft.
Onze vogelboulevard is gewoon 365 dagen per jaar
goed voor een boeiende vogelexcursie. Graag wil
len we die met u ondernemen op zaterdag 27 juli
aanstaande. Vertrek om 10.00 uur vanaf de uit
zichttoren bij de Krammer-sluizen (halverwege de
Philipsdam). Tot dan!
Dhr. M. Jacobusse is hoofd externe betrekkingen
van Het Zeeuwse Landschap.