9 Tabel 2. Ecologische informatie over de standvlinders. argusvlinder oranjezandoogje bruin zandoogje zwartsprietdikkopje bruin blauwtje Icarusblauwtje hooibeestje Sept-okt (3 generaties) Jul-aug (1 generatie) Mei-sept (1 generatie) Jul-sept (1 generatie) Mei-sept (2 generaties) Mei-okt (2-3 generaties) April-okt (1-3 generaties) distels, Jacobskruiskruid, grassoortendistels, Jacobskruiskruid, grassoorten distels, Jacobskruiskruid, grassoorten distels, streepzaad, klavers, grassen streepzaad, ijzerhard, distels, Jacobskruiskruid, ooivaarsbek fam. distels, ijzerhard, Jacobskruiskruid, klavers, akkerdistel, klavers, Jacobskruiskruid, streepzaad, grassen Lage vegetatie, kale grond Begraasde dijken/Gasdam Begraasde dijken/Gasdam Gasdam (schraal grasland) Gasdam (schraal grasland) Gasdam (schraal grasland) Gasdam (schraal grasland) gezonde populatie van deze soort in Zeeuws- Vlaanderen. In de jaren tachtig was deze vlinder nog vrij algemeen. Maar na een warme periode vroeg in het voorjaar van 1991, gevolgd door nachtvorst tot -7 graden, zijn veel door het warme weer actief geworden rupsen doodgevroren en is de populatie ingestort. De meeste populaties zijn toen zo klein geworden, dat ze niet meer levens vatbaar waren. Een goed beheer van de Gasdam voor deze soort is dus zeer vereist. De hooibeestjes komen vooral voor op schrale graslanden die extensief begraasd of gemaaid, maar vooral niet bemest worden. Dagactieve nachtvlinders Naast het observeren van dagvlinders heeft de eer ste auteur ook gelet op de (dagactieve) nachtvlin ders die hij tijdens zijn inventarisaties tegenkwam. Deze waarnemingen zijn verwerkt in tabel 3 (enkele vlindersoorten zijn gedetermineerd door E. Vermandei uit Hulst). Tabel 3. Waargenomen (dagactieve) nachtvlinders langs de zeedijk en op de Gasdam in 2000-2001. gammauil koperuil lieveling klaverspannertje Sint-Jacobsvlinder bruine bandspanner koolmotje Nomophila noctuella Sitochroa palealis Aspitates ochrearia Mythimna albipuncta Agriphila tristella Aanbeveling De Gasdam die evenwijdig aan de zeedijk loopt, bestaat in tegenstelling tot de zeedijk, uit zand. De vegetatie zowel in soortenrijkdom als structuur is hier gevarieerder, sommige stukken zijn open of kaal en andere stukken zijn dichter begroeid. Dit komt door meer variatie in het profiel, geen bemesting en een extensiever beheer door konijnen en runderen. Deze biotoop is voor met name voor een aantal kritische standvlinders veel waardevoller. Hier komen gemiddeld genomen meer dan tien keer zo veel vlinders voor als op de zeedijk. Het is noodzakelijk dit huidige beheer voort te zetten en indien noodzakelijk af en toe te hooien. Waarschijnlijk is het door een iets ander beheer mogelijk de zeedijk aantrekkelijker te maken voor vlinders zonder dat de veiligheid in gevaar komt. Dit houdt onder andere in gefaseerd maaien en vervolgens het maaisel afvoeren, spreiding van de begrazing, niet bemesten en minder spuiten. Dhr. E. Taelman is medewerker van de Insectenwerkgroep van de "Steltkluut". Dhr. A. Wieland is projectmedewerker van Het Zeeuwse Landschap. Kleine vos. (Joop Rijnders)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 9