nZTTTT i\DSCHA?i Twee bijzonderheden uit Zeeuws Vlaanderen Ne méhhbAMMIH Door Awie de Zwart en Peter Maas lederland telt zo'n 1500 verschillende wilde plantensoorten en vele daarvan zijn op het eerste gezicht herkenbaar. Maar sommige groepen zijn onder floristen berucht om hun moeilijke herkenbaarheid. Witte schermbloemen, met bekende vertegenwoordigers als het fluitekruid en het zevenblad, zijn lang niet altijd eenvoudig op naam te brengen. In dit artikel komen twee witte schermbloemen aan bod, die elk kunnen gelden als specifiek Zeeuwse soorten. Het gaat om het kruipend moerasscherm, dat vele decen nia lang beschouwd werd als een in Nederland uitgestorven soort, waarvan onverwachts een aantal groeiplaatsen ontdekt werden in Zeeuws-Vlaanderen. De tweede soort is de oogstpeterselie of Vlaamse peterselie, die in zijn voorkomen in Nederland altijd beperkt is geweest tot Zeeuws-Vlaanderen. Twee floristen schrijven over een door hen uitgebreid onderzochte en gekoesterde soort. Vlaamse peterselie Iedere streek kent wel zo zijn specialiteiten. Lokale pro ducten die gekend zijn tot ver buiten de eigen gren zen. Zo kennen we de Deventer koek, Haarlemmer olie en heeft Limburg zijn vermaarde vlaaien. Zeeuws- Vlaanderen heeft ook een specialiteit; de Vlaamse peterselie Petroselinum segetum). Weliswaar is vrij recent de Nederlandse naam van hoger hand gewijzigd in wilde peterselie, maar toch blijven lokale floristen hardnekkig vasthouden aan de oude naam. Zeker zolang de groeiplaatsen van deze zeldzaamheid zich beperken tot het enige stukje Vlaanderen in Nederland. Vlaamse peterselie groeit bij ons aan de noordgrens van zijn verspreidingsgebied. De oude Vlaamse naam oogst peterselie roept nog herinneringen op aan tijden waarin de plant als akkeronkruid bekend was. Voortgaande modernisering van de landbouw heeft hem echter ver dreven uit de akkers. Evenals een aantal andere banne lingen heeft ook Vlaamse peterselie een alternatief onderdak gevonden op de Zeeuws-Vlaamse dijken. Vlaamse peterselie. (Awie de Zwart) Vlaamse peterselie, bloeiwijze. (Awie de Zwart) Voormalige zeeweringen die zijn opgeworpen uit zware klei. Dankzij plaatselijke vertrapping van de zode door de grazende runderen ontstaan er steeds weer op kleine schaal stukjes kale grond te vergelijken met een piepklein akkertje. Dit zijn de plaatsen waar de zaadjes in goede aarde vallen. De Nederlandse geschiedenis van de plant is nog vrij recent. Pas in 1937 werd de plant voor het eerst in ons land aangetroffen. Als akkeronkruid groeide het kort stondig in een berm bij Cadzand-Bad. Twintig jaar later werd de plant gevonden op beweide dijken bij Nieuwvliet en Nummer Eén. Helaas is een van de groei plaatsen, de oude zeedijk rondom de Verdronken Zwarte Polder, gesneuveld tijdens de laatste dijkver zwaring. De overige vindplaatsen zijn nog intact. Twee jaar geleden bleek de Vlaamse peterselie zich bij Nummer Eén te hebben uitgebreid naar een nieuwe dijk en dit seizoen zijn nog eens vier nieuwe vindplaat sen toegevoegd aan de lijst. Twee daarvan zullen na dit jaar weer verdwenen zijn. Zij dankten hun tijdelijke verschijning aan graafactiviteiten in de berm. De twee andere vondsten geven meer kans een blijver tje te zijn. Op een dijk van het Zeeuwse Landschap in de omgeving van Oostburg werden drie planten gevon den. Deze historische zeewaterkering wordt sinds drie jaar begraasd door een schaapskudde. Vermoedelijk heeft het wegvreten van de verruigde grasmat en ver trapping van de zode de oude en geduldige zaadbank aan het licht gebracht Dhr. A.J. de Zwart is terreinmedewerker District Zuid van het Zeeuwse Landschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 16