Dazen in Zeeland
V»
8
jT^TAJ
^\T1)SCHAP«
Door Chiel Jacobusse
Illustraties: Adri Karman
an de enkele duizenden soorten vliegen die in Nederland voorkomen, behoren enkele tientallen tot de
familie van de dazen. Ze worden ook wel paardenvliegen of horzels genoemd, hoewel echte horzels er
een heel andere levenswijze op na houden. Het is voor een leek niet zo gemakkelijk om een daas als daas
te herkennen en dat komt vooral doordat de verschillende geslachten soms totaal niet op elkaar lijken.
De algemeen verbreide regendazen
zijn met hun grijze uiterlijk
uitgesproken onop
vallend, terwijl de
eveneens veel voorkomen-
Jde goudoogdazen zonder overdrijving als
ivliegende juweeltjes getypeerd kunnen
worden. Doorslaggevend om een daas te
herkennen is het patroon van de vleugelade-
ring dat bij een daas zeer uitgebreid is (zie afbeelding).
Men rekent ze vanwege die uitgebreide aderpatronen
tot de "primitieve" vliegen. Maar dazen mogen dan
qua uiterlijk niet zo makkelijk herkenbaar zijn, door
hun gedrag onderscheiden ze zich van vrijwel alle
andere vliegen.
Bloeddorstig
De vrouwtjes van dazen hebben voor de voorplanting
grote hoeveelheden eiwitrijk voedsel nodig. Van enkele
buitenlandse soorten wordt verondersteld dat ze vol
doende energie uit de nectar van bloemen kunnen
halen, maar alle Nederlandse soorten hebben bloed
nodig. Ze vallen daarom hardnekkig en onophoudelijk
zoogdieren en mensen aan. Zonder bloed kunnen de
eitjes in het vrouwtjeslichaam niet rijpen.
Bij het toebrengen van een steek wordt speeksel met
daarin histaminen naar binnen gespoten bij het slacht
offer, om te voorkomen dat het bloed stolt. Juist die
antistollingsstoffen zorgen voor jeuk, branderigheid en,
bij sommige mensen, hevige pijn. Sommigen krijgen
van een dazensteek zwellingen en bulten van soms
meer dan een decimeter in doorsnee, die bovendien
dagenlang pijnlijk kunnen blijven. Overigens hebben
niet alle dazen het op mensen voorzien. Het zijn vooral
de regendazen, de goudoogdazen en de langsprietdaas
die mensen als slachtoffer kiezen.
Opvallend daarbij is dat dazen elk hun specifieke aan-
valstactiek hebben. Geheel in overeenstemming met
het uiterlijk naderen regendazen vaak heel onopval
lend, strijken vervolgens ergens op de kleding neer om
pas dan een stuk ontblote huid op te zoeken; vaak op
de armen of in de halsstreek. Goudoogdazen ronken
rondom het hoofd en steken ook bij voorkeur in de nek
of in het gezicht. De langsprietdaas gedraagt zich
ongeveer hetzelfde.
In tegenstelling tot de meeste andere vliegen die op de
menselijke huid landen, laat een daas zich niet zonder
meer verjagen. Vaak keren ze als ze weggemept wor
den ook binnen tien seconden weer terug.
Zoals de naam al aangeeft hebben runderdazen het
vooral op rundvee voorzien en ze kunnen met tiental
len exemplaren op de poten en op de kop rond de
ogen zitten. Runderen kunnen zoveel hinder van dazen
ondervinden dat ze duidelijk trager groeien. Vooral de
algemeen verbreide grijze runderdaas kan in Zeeland
een ware plaag zijn. Knobbeldazen en gifoogdazen zijn
dieren die over het algemeen slechts in zeer lage dicht
heden vliegen en bovendien zijn ze meestal gebonden
aan een speciaal biotoop. In Zeeland zijn het vooral
schorren en andere zoute gebieden die in dat opzicht
veel op kunnen leveren.
Dazen van zoute milieus
Op de schorren in de Ooster- en Westerschelde leeft de
kweldergifoogdaas, een oranje met bruine, middelgro
te soort waarvan de ogen gifgroen van kleur zijn. Bij
nadere beschouwing zie je dat de ooglenzen in feite
doorzichtig zijn; een bijzonder merkwaardig fenomeen.
De mannetjes van de kweldergifoog hebben zeer
grote, tegen elkaar staande ogen. Ze zijn begin
augustus vaak rustend op de stengels van lamsoorbloe-
men te vinden. De vrouwtjes vallen vooral vee, maar
soms ook wel mensen aan. Voorzover momenteel
bekend is komt de kweldergifoog niet voor op de kop
pen van de eilanden. Waarschijnlijk is een slibrijk getij-
denmilieu een levensvoorwaarde voor deze soort. Tot
nu toe is de kweldergifoog ook niet aangetroffen op
schorren in het oostelijk deel van de Westerschelde.
Waarschijnlijk is hier het zoutgehalte te laag.
Wel op deze brakke schorren - bijvoorbeeld in
Saeftinghe - leeft een andere interessante soort; de
zilte knobbeldaas. Die is in zijn voorkomen overigens
niet beperkt tot schorren, maar komt ook voor in zilte
oudlandgebieden als de Yerseke Moer en in brakke kre
ken en inlagen. Daar is ook een andere soort met een
voorkeur voor zilt milieu te vinden, namelijk de zilte
regendaas. Het is een soort die zijn hoofdverspreiding
heeft in het mediterrane gebied, in Zuid-Europa en
Noord-Afrika. In een smalle strook langs de Atlantische
kust dringt de zilte regendaas door tot in Zuid-Zweden.