13 Het Kuiperswegje op een topografische kaart uit 1856. (Grote Historische Provincieatlas Zeeland) Het Kuiperswegje bestond nog in 1990. (Grote Provincie Atlas Zeeland, 1990) ©Topografische Dienst. Emmen plaats, maar misschien had het ook wel een minder glo rieus verleden. Het komt in elk geval al voor op de staf kaart van 1856-1858. Al met al dus een baantje van om en nabij de 150 jaar oud. Sinds het voorbije najaar is het weg; geëgaliseerd, gescheurd en in een grote lap bouwland opgenomen. Alleen het damhek is geble ven. Voor hoelang? Baene nae Ko Simonse Dan vermoed je: dit is geen complot, nee er moet een systeem achter schuilen. Want je weet ineens van nog een derde verdwijning, ook weer spoorloos, zonder ruchtbaarheid, zonder actievoerders, zonder protest. Als je vanuit Middelburg de Breeweg nam, dan kon je vlak voor de Braamweg via een onverharde wegeling bij een boerderij komen. Op de kaart met vooroorlogse veldnamen heet het de Baene nae Ko Simonse. Via het erf van die boerderij kwam je vervolgens - binnendoor dus - uit op de Meinersweg, recht tegenover de Berg van Potter. Ook deze wegeling was oeroud. Het volgde naadloos de contouren van een lage, smalle kreekbed ding. Maar het is wel verdwenen, dichtgeschoven en getrokken bij het aangrenzende land. Vorig jaar of het jaar daarvoor geruisloos als erfgoed verduisterd. Je kunt de boerderij nu benaderen via de Meinersweg en via een nieuw aangelegde oprit vanaf de Breeweg. En de berg? Dié ligt er nog Dit gebeurt dus, dit kan, anno 2002. Verduistering van erfgoed, van cultuurhistorie, van natuurhistorie. Onherstelbaar en onvervangbaar, want een eventueel nieuwe wegeling is beslist niet hetzelfde als een oude. Hoe valt dit verlies bijvoorbeeld te rijmen met de inspanningen in het kader van de landelijke campagne Erfgoed al goed uit 2000? Toen is nota bene terecht het plan bekroond om een wegeling op Zuid-Beveland (de Biesterhoekse wegeling bij 's-Heer Hendrikskinderen) beter toegankelijk te maken. En hoe valt dit verlies te rijmen met allerlei vormen van beleid om het platteland juist weer meer toegankelijk te maken, zodat kleinscha lige vormen van zogeheten recreatief medegebruik mogelijk worden? Met de nodige moeite en flink wat geld ontwikkelen we vandaag nieuwe voetpaden en tegelijkertijd vernietigen we bestaande verbindingen. Beschavingspeil In een advies uit 1939 schreef Jac. P. Thijsse: "De voet paden geven op Walcheren ongeloofelijk mooie wan delgelegenheden. In stand houden, desnoods uitbrei den". Thijsse kon toen niet voorzien dat oorlogsinunda tie en herverkaveling niets van al dit moois zouden overlaten. Niets? Vrijwel niets. Zouden alleen al niet deze voorgeschiedenis en de uiterste zeldzaamheid van wat wél overbleef, ons extra gierig moeten doen zijn op elke meter authenticiteit? En H. Cleyndert, een even gedreven als bescheiden voortrekker op het gebied van natuur en landschap, constateerde in 1956 al: "Ongetwijfeld is de zorg die een volk aan zijn eigen landschap wijdt, voor een groot deel als een weerspiegeling, als de maatstaf van het innerlijke beschavingspeil van een natie te beschouwen." Hoe beschaafd zijn wij in Zeeland eigenlijk? Drs. A.P. de Klerk is historisch-geograaf. Dit artikel is in een andere vorm eerder gepubliceerd in 'De We te'. De 'Baene nae Ko Simonse'. Op deze kaart uit 1990 is de oeroude wegeling nog steeds te zien. (Grote Provincie Atlas Zeeland, 1990)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 13