Jl 4 Het eiland van Heinkenszand vanuit het zuiden. De Ouwelandpolder ligt in de bovenste helft van de foto, met rechtsboven het dorp Heinkenszand. (Sky Pictures) vormden de kernen van een rondom uitdijend ingepol derd gebied. Veel van de oorspronkelijke eilanden zijn door geleidelijke inpolderingen aan elkaar gegroeid en in het veld niet meer als zodanig herkenbaar. Op topo grafische kaarten met daarop het dijkenpatroon is de oorspronkelijk kern vaak nog wel te herkennen. Opwas Heinkenszand Wanneer men door Heinkenszand loopt, de plaats waar nu het centrale kantoor van Stichting Het Zeeuwse Het voormalig eiland Oost-Beveland. (Sky Pictures) Landschap staat, is het bijvoorbeeld moeilijk voorstel baar dat dit gebied deel uit maakte van een apart eiland, dat rondom omspoeld werd door de Zwake. Deze binnenzee ontstond als gevolg van de stormvloed van 1014 en vormde eeuwenlang een meer dan tien kilometer brede waterscheiding tussen Walcheren en het toenmalige eiland Zuid-Beveland. Op de kaart is met een beetje verbeeldingskracht het eiland Heinkenszand uit het begin van de vijftiende eeuw nog wel te herkennen.Vermoedelijk is het eiland in aanvang gevormd door bedijking (waarschijnlijk halverwege de veertiende eeuw) van een schorgebiedje dat op een zandplaat in het Zwake was opgeslibd. Daarmee ont stond de Oudelandpolder. Rondom deze polderkern werden in de eropvolgende eeuw een hele serie aan sluitende polders gewonnen, waardoor het eiland steeds verder in omvang toenam. Uiteindelijk werd het vastgedijkt aan de grotere eilanden rondom. Nu ligt het in het hart van Zuid-Beveland. Het oorspronkelijke gebied heeft dan misschien zijn eilandkarakter verlo ren, maar de oorspronkelijke dijken zijn voor een groot deel intact gebleven en geven nu als megaribbels reliëf aan het vlakke land. Laatste opwassen Een van de laatste opwassen die voor agrarische doel einden in een poldereiland werd omgezet was de Oost- Bevelandpolder. Deze polder ontstond door bedijking van het vrijliggende schor op de Katsche plaat in 1708. Sinds de vorming van de Wilhelminapolder in 1809 is het onderdeel van het Zuid-Bevelandse vasteland, maar aan de noordkant van het oorspronkelijke eiland heeft geen verdere polderuitbreiding plaatsgevonden en bruist het water van de Oosterschelde nog als vanouds tegen de dijk. Nadien volgden nog de bedijking van een schoreiland in de Braakman, waardoor de Angelinapolder ontstond (1847) en de bedijking in datzelfde jaar van een opwas in het Veerse Gat-Schengen gebied, resulterend in de Bastiaan de Langepolder en de Calandpolder. Beide polders gingen door stormvloeden aan het einde van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 4