y*> 7 Zandspiering. (Adri Karman) ,v is imwiw i actief, zodat het erg onvoorspelbaar is waar ze opduiken. Overvloed in 2001 In de paartijd en tijdens de eilegfase voorzien de sternmannen hun partners van voedsel. Ook de kuikens worden op de broedplaats gevoerd. Steeds met een vis tegelijk, die duidelijk zichtbaar in de snavel wordt gehouden. Vanaf 1985 worden door de auteur vanuit een schuilhut op de Hoge Platen waarnemingen ver richt aan de voedselkeus van met name dwergsterns, maar ook van grote sterns en visdiefjes. Het jaar 2001 bleek wat voedsel betreft een jaar van overvloed te zijn. Er was genoeg voor iedereen en van alle soorten vlogen er veel jongen uit. Uit figuur 1 en 2 zien we het resultaat van de waarnemingen. Dwergstern en grote "N Prooikeuze sterns Hoge Platen partnervoederingen op 31 mei 2001 dwergstern visdief waarnemingen uit schuilhut grote stern haring zandspiering stern fourageren in de maand mei hoofdzakelijk op zandspiering en het visdiefje richt z'n zoekgedrag nagenoeg volledig op de haring. De voedselbeschikbaarheid bepaalt voor de sterns de groeisnelheid en bepaalt daarmee hun conditie, het begin van de eileg, het legselgewicht en deels het broedsucces. Het is in dit verband interessant om te vermelden, dat de hoofdmacht van de visdiefjes altijd - zowel in goede als in slechte haringjaren - het laatst van de drie met leggen begint en de grote sterns altijd de vroegste zijn! In de tweede helft van juni is de haring inmiddels zo talrijk, zo ver gegroeid en zo ver het estuarium opgezwommen, dat zelfs de dwergsterns en de grote sterns massaal op deze prooisoort zijn overgeschakeld. Voor de dwerg stern blijft de zandspiering overigens altijd een rol van betekenis spelen, maar dan in hoofdzaak als voedsel voor de pullen. Debacle In 2002 was alles anders. Het sternjaar begon goed. Voordat de maand april om was, zaten de grote sterns al met honderden rotsvast op de lage stuifduintjes. Zoals gebruikelijk vlogen ze in deze maand vooral met tien tot vijftien centimeter lange zandspieringen naar de kolonie. De gemiddelde legselgrootte bedroeg 1.4 ei per nest, tegen normaal 1.1: de vogels zijn in topcondi tie! De voedselbeschikbaarheid blijft in mei goed en de kolonie groeit tegen het einde van de maand door naar het recordaantal van 4600 koppels. De dwerg sterns zijn halverwege mei neergestreken op het Eiland van Nummer Een; op 28 mei nestelden er 103 koppels en er waren nog volop partnervoederingen met hoofd zakelijk kleine zandspiering. Maar eind mei is er verandering op komst. Waar blijven de visdieven? De luchtbalts komt aarzelend op gang en er zijn slechts tientallen vogels gearriveerd. N Prooikeuze sterns Hoge Platen partnervoederingen op 14/29 juni 2001 100 80 ~T~ I dwerg stern visdief waarnemingen Ut eohUlhut zandspiering H sprot grote stern Grafiek 1: Prooikeuze sterns op de Hoge Platen in mei 2001. (René Beijersbergen) Grafiek 2: Prooikeuze sterns op de Hoge Platen in juni 2001. (René Beijersbergen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2002 | | pagina 7