Boerderijen werden ook vaak verplaatst, zodat een
gunstige ligging ten opzichte van de bijbehorende per
celen werd verkregen. Er zijn vooral veel boerderijen
uit de dorpen verplaatst naar het platteland. In sommige
gedeelten van de eilanden (zoals Duiveland) nam de
boerderijdichtheid op het platteland daardoor toe.
Het aantal kavels werd teruggebracht van 48.870 naar
18.370. De kavels zijn daarbij flink vergroot, hebben
een rationelere vorm gekregen, zijn geëgaliseerd en
bovendien beter ontwaterd (er is 24.000 kilometer
drainagebuis aangelegd: de halve omtrek van de aarde!).
Het aantal hectares grasland is daardoor overal afgeno
men ten gunste van bouwland.
Het wegenstelsel werd volledig vernieuwd. Er zijn in
kilometers gerekend minder wegen, ze zijn veel rechter
en breder en hebben geen enkel verband meer met het
traditionele bochtige verloop van vroeger, toen ze over
kreekruggen liepen.
Ook zijn er nogal wat binnendijken geslecht (vooral
rondom het Dijkwater op Schouwen-Duiveland), het
geen een enorme landschappelijke impact heeft gehad.
Vervolgens moesten zelfs diverse vliedbergen het ont
gelden.
Last but not least werd in de rationele jaren vijftig
bepaald dat verschillende kleine dorpjes en gehuchten
niet meer mochten worden herbouwd. De gedachte
was dat een concentratie van de bevolking in grotere
dorpen beter was voor een harmonische ontwikkeling
van het maatschappelijk leven. Dat daarbij de regie
soms wel heel strak was, mag blijken uit het door Kees
Slager vermelde feit dat de slachtoffers van Capelle
zelfs niet mochten worden begraven op het kerkhof
van dit bijna verdwenen dorp.
Toch heeft men ook oog gehad voor enige landschap
pelijke aankleding. De kreekrestanten van de
Schelphoek, bij Ouwerkerk en Den Inkel, zijn omzoomd
met bos (ook vanwege de geringe vruchtbaarheid van
de grote hoeveelheden afgezet spoelzand), veel nieu
we boerderijen zijn voorzien van erfbeplanting en ook
wegen zijn voorzien van beplanting. De visuele effec
ten van de herverkaveling zijn op die manier verzacht.
Evaluatie
In een beoordeling van de landschappelijke resultaten
van de herverkaveling moet worden bedacht dat het
oude landschap door de ramp vrijwel vernietigd was,
dat haast geboden was, dat de landbouw door de
mechanisatie zich met de eisen van de moderne tijd
zag geconfronteerd én dat in de jaren vijftig het agra
risch belang bij een herverkaveling als vanzelfsprekend
voorop stond. Desondanks kan worden gesteld dat men
wel erg weinig oog heeft gehad voor de nog resteren
de cultuurhistorische waarden in het landschap. Het
slechten van binnendijken was niet perse nodig
geweest. Ook het opruimen van vliedbergen niet. Het
bewust niet herbouwen van sommige bijna verwoeste
dorpen en gehuchten of nog erger, het helpen met het
verval (zoals in Eikerzee, waar men het historische zaal
kerkje afbrak), was niet noodzakelijk en voor de overle
venden uit zo'n gemeenschap pijnlijk.
Concluderend kan worden gesteld dat het huidige land
schap niet is te vergelijken met dat van voor de ramp.
Natuurlijk had zonder de ramp het landschap er tegen
woordig ook niet meer uitgezien als vroeger: reeds voor
1953 liepen er voor diverse polders aanvragen voor een
ruilverkaveling. Maar zeker is dat zonder ramp de her
verkaveling geleidelijker zou zijn uitgevoerd en er
daardoor meer van het cultuurhistorisch erfgoed
bewaard was gebleven. Dat bewijzen de latere herver
kavelingen in bijvoorbeeld de Zak van Zuid-Beveland of
in de Yerseke Moer, waar delen van het oude landschap
als reservaatsgebieden zijn bewaard. Wie echter het
enorme leed van mensen, de ontreddering van de
samenleving in de getroffen gebieden, de totale ver
woesting van het landschap door de ramp, de opvattin
gen van de jaren vijftig en de zware taak waarvoor men
zich zag gesteld in gedachten houdt, oordeelt mild.
Drs. J. Karkdijk is geograaf en eindredacteur van
Zeeuws Landschap.
kaart 2:
Hetzelfde gedeelte
van Schouwen,
maar nu in 1970,
schaal 1:50.000.
(Zeeuws Archief,
Aanwinsten kaar
ten, 1941-1999,
1983.80-2)
ipchai-en
'(Gpii. Midden^
oordwëile
w>
ckurshof;
SeE.0fosker.lee
Werk
haven
Slol/)n<)g
^Proiïmielsl
(Gemaal)