Zandbijen in Zeeland
Door Chiel Jacobusse
/Als je het over bijen hebt, denken de meeste mensen aan de bekende honingbij. Deze in georganiseer
de staten levende bij wordt al duizenden jaren door mensen gehouden om honing te winnen. Dat er in
Nederland honderden verschillende soorten andere bijen leven, is bij veel mensen niet bekend. Toch zijn
ze in iedere achtertuin te vinden.
De grootste familie is die van de zandbijen, waarvan in
Nederland zo'n vijfenzeventig soorten voorkomen.
Ruim de helft daarvan komt ook voor in Zeeland. De
zoekkaart geeft een indruk van het uiterlijk van zand
bijen. Afgebeeld zijn die soorten die redelijk te herken
nen zijn. Maar veel soorten lijken zo op elkaar dat
alleen microscopisch onderzoek uitsluitsel kan geven.
Specialisten
Als er van een en dezelfde familie zoveel verschillende
soorten door elkaar leven, is er altijd sprake van specia
lisatie. Anders zou er immers een moordende concur
rentie tussen de soorten ontstaan. Welnu, zandbijen
zijn in verschillende opzichten uitgesproken specialisten.
Om te beginnen zijn er grote verschillen in voedselkeus.
Voor hun eigen energiehuishouding laven de bijen zich
aan nectar van allerlei bloemen, maar de nestcellen
voor het nageslacht worden bevoorraad met een
mengsel van stuifmeel (pollen) en nectar. Dat is het
voedsel waarmee de larven opgroeien nadat ze uit het
ei komen. Sommige zandbijen bezoeken een groot
aantal verschillende planten om pollen te verzamelen,
maar veel soorten zijn gespecialiseerd op één bepaalde
plantensoort of geslacht.
De beste vliegplant is wel de wilg, waar we op de
bloeiende katjes in het voorjaar een heel scala aan
soorten kunnen aantreffen. De donkere wilgenzandbij,
de zwartrosse zandbij, de vroege zandbij en de grijze
zandbij zijn allemaal wilgenspecialisten, die in het vroe
ge voorjaar beginnen te vliegen.
Aparte aandacht verdient de heggenrankbij, die net als
zijn voedselplant de heggenrank in Zeeland twee bol
werken heeft. De soort is enerzijds vaak te vinden in de
duinen, terwijl daarnaast met struweel begroeide dij
ken erg in trek zijn. De heggenrankbij is overal te vin
den waar de voedselplant te vinden is. Tenminste als
het gaat om mannelijke exemplaren van deze tweehui-
zige plant; het is immers te doen om het stuifmeel!
Soms wordt succes geboekt met gericht zoeken op
grote groeiplaatsen van de voedselplant van een gespe
cialiseerde zandbij. Op deze
manier werd vorig jaar in
Zeeland voor het eerst de
zeldzame knautiabij opge
spoord. De knautiabij zoekt
alleen stuifmeel op de knautia of beemdkroon
en dat is in Nederland een tamelijk zeldzame
plant. Het is een zogenaamde stroomdalsoort,
die met name te vinden is in de dalen langs de
grote rivieren. De knautiabij is al jarenlang niet
buiten de Maas-uiterwaarden van Zuid-Limburg
T gevonden. Toch komt knautia in enkele Zeeuwse
regio's tamelijk talrijk voor als dijkplant. Dat is
het geval in de omgeving van Dreischor op Schouwen
en in de oostelijke helft van Zeeuws-Vlaanderen. Alle
grote groeiplaatsen van knautia zijn de afgelopen jaren
intensief onderzocht op het voorkomen van het gespe
cialiseerde bijtje. En zowaar hadden we in 2003 drie keer
succes. Lucien Calle vond bij Terneuzen een kleine
populatie van dit schitterende bijtje. Een wel zeer ver
meldenswaardige vondst!
Zelfs een doorgewinterde specialist als de knautiabij
gaat zijn boekje wel eens te buiten. Een enkele keer
wordt de soort wel eens voedselzoekend op knoop-
kruid gezien. Maar dat blijft een uitzondering: waar
geen knautia groeit, kan de knautiabij niet overleven.
Niet altijd liggen de zaken zo simpel. Heel intrigerend
is dat sommige bijen alleen onder bepaalde omstandig
heden voorkeur voor een bepaalde voedselplant aan de
dag leggen. Zo wordt aan het einde van het vliegsei-
zoen de in Zeeland veel voorkomende goudpootzand-
bij dikwijls gezien op fluitenkruid, wat temeer opvalt
omdat het dier vroeger in het jaar geen enkele interes
se toont voor fluitenkruid. Voer voor ecologen!
Voorkomen en verspreiding
Zandbijen kunnen zich behalve op een bepaalde voed
selplant ook specialiseren op een bepaald biotoop. Zo is
er naast een typische weilandbewoner als de grasbij
een uitgesproken liefhebber van parklandschap als de
meidoornzandbij. En daarmee is nog slechts een eerste