Steltkluut. (Peter Meininger) HET STINKGAT Het Rammegors grenst aan de zuidwestzijde aan de in 1852 ingedijkte Van Haaftenpolder. Bij de inpoldering werd de getijdegeul 'Stinkgat' afgesloten van de Eendracht en de Krabbenkreek. Hierbij is het karakte ristieke reliëf van de kreekrestant nagenoeg intact gebleven. Het westelijk deel van de Van Haaftenpolder is recent ingericht als natuurontwikkelingsgebied. Dit deel bestaat voornamelijk uit grasland met enkele lage, kalere gedeelten. Langs de zeedijk is het maaiveld plaatselijk een halve meter afgegraven. Doordat zout kwelwater onder de dijk door aan de oppervlakte komt, kunnen er veel verschillende zoutminnende planten zoals lamsoor en zeeaster groeien. Broedvogels Het Stinkgat en de aangrenzende graslanden zijn een broedgebied voor steltlopers, watervogels en weidvo- gels zoals kluut (70 paar in 2001), kleine plevier, bont- bekplevier, tureluur, slobeend en gele kwikstaart en op het eiland in de kreekrestant bevindt zich een kolonie kokmeeuwen en visdieven met in 2001 306 respectieve lijk 92 paar. In de jaren 1999, 2000 en 2001 broedden in het gebied steltkluten (resp. 4, 1 en 3 paar). In het voorjaar van 2002 werden gedurende een week ook enkele vogels gezien maar zijn geen broedpogingen ondernomen. Doortrekkers en wintergasten Het gebied is een hoogwatervluchtplaats en foerageer- gebied voor vele honderden steltlopers. Het gaat daar bij met name om scholeksters, tureluurs en wulpen, maar ook om soorten als zwarte ruiter, groenpoot- ruiter, oeverloper, bosruiter, kemphaan en watersnip. Regelmatig zijn ook enkele lepelaars aanwezig. Op 5 juli 2002 werd in het Stinkgat een witstaartkievit gefotografeerd. In het winterhalfjaar vervult de Van Haaftenpolder een belangrijke functie als voedselgebied voor ganzen, met name grauwe ganzen, rotganzen en brandganzen. Hiertussen bevinden zich soms zeldzamere ganzensoorten als roodhalsgans, dwerggans en zwarte rotgans. Verder verblijven 's winters rond het Stinkgat honderden smien ten, kieviten en goudplevieren. Buiten het broedseizoen is regelmatig een slechtvalk in het gebied aanwezig en soms een smelleken, velduii of blauwe kiekendief. Tabel 2. Aantal territoria van enkele broedvogels van de Scherpenissepolder (natuurontwikkelingsgebied) in 2002. (bron: Staatsbosbeheer) geoorde fuut 1 krakeend 16 wintertaling 1 zomertaling 6 slobeend 53 tafeleend 9 patrijs 10 steltkluut 1 kluut 127 kleine plevier 6 kievit 130 grutto 23 tureluur 48 visdief 64 noordse stern 8 veldleeuwerik 41 gele kwikstaart 11 blauwborst 3 Observatiepunten Vervolg de parallelweg vanaf het Rammegors in zuide lijke richting. Bij hectometerpaal 10.3 heeft men vanaf de parallelweg een goed zicht (6) over de kreekrestant. Steek bij hectometerpaal 10.1 de autoweg (opletten!) over. Vanaf het klaphek loopt een wandelpad naar een kijkscherm (7) van Staatsbosbeheer met uitzicht over de voormalige kreek. DE SCHERPENISSEPOLDER Aan de zuidkust van het eiland Tholen, onder het dorp

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2003 | | pagina 12