In dit nummer
Uit het landschap
V
Zeeuwse boerderijen: p. 3
bakens in het landschap
In het Jaar van de Boerderij
besteedt ook Zeeuws Landschap
aandacht aan de betekenis
van boerderijen voor het landschap.
Natuur op het erf p. 6
Oude boerenerven zijn vaak rijk aan natuur.
Het geheim van het traditionele boerenerf is
samenhang. Een dier kan er vrijwel alles
vinden wat hij nodig heeft. Sandra Dobbelaar
brengt een bezoek.
Juwelen in het landschap p. 8
Van 20 tot en met 27 september is het weer
Week van het Landschap, met dit keer als
thema: 'juwelen in het landschap'.
De Stichting zet haar terreinen, stuk voor
stuk juwelen, voor u open.
Een natuurbeschermer in het
provinciebestuur
Met Thijs Kramer zit er een natuur
beschermer in het provinciebestuur.
Chiel Jacobusse nam een interview af
met 'onze' Thijs.
p. 10
Wolzwevers
Lucien Calle over een grappig behaard
vliegachtig diertje, dat als een kolibrie voor
de bloemetjes blijft zweven en een reusachtig
lange tong heeft.
p. 12
Najaarstrek langs de Nolledijk p.
Een fanatiek teller op de Nolledijk weet dat
de najaarstrek al in juni begint! Waarom
heet het dan najaarstrek?
Corstiaan Beeke legt het uit.
14
Fauna Zelandica
Koert
Met Koert dit keer aan de knutsel.
Wat kun je van kastanjes leuke
dingen maken!
Landschap in 't kort
Agenda
p. 17
p. 18
p. 20
p. 22
Foto voorzijde: Boerderij Nooitgedagt in Nissestelle.
(Gerard Smallegange)
Door Marten Hemminga
Nieuwe natuur
In ons goed geregelde landje zit wel aan alles beleid en
regelgeving vast, en dat geldt ook voor de ruimte die er
is voor natuur. Als antwoord op het verdwijnen en de
versnippering van de natuur in Nederland is de
Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd: een
netwerk van natuurgebieden die fiora en fauna meer
kans geven om te overleven. De EHS heeft in alle pro
vincies een vertaling gekregen door de aanwijzing van
concrete gebieden. Zo ook in Zeeland, waar buiten de
Deltawateren vele tientallen gebieden en gebiedjes,
tezamen 16.500 hectare, zijn begrensd als onderdeel
van de Zeeuwse EHS. Daar zitten bestaande natuurge
bieden bij, maar ook gebieden die nog helemaal als
'nieuwe natuur' ontwikkeld moeten worden.
Maar wat voor natuur moet daar dan komen? In het
Natuurgebiedsplan van de provincie is dat precies uitge
werkt. Er is vooral gekozen voor het ontwikkelen van de
typische natuurwaarden die horen bij een deltagebied,
natte natuur dus met veel overgangen tussen land en
water en zoet en zout. Dat leidt nogal eens tot com
mentaar. Veel mensen vinden een landschap waar
akkers, bosjes en hagen elkaar afwisselen, aantrekkelijker
dan de vaak open en wat minder toegankelijke 'delta-
natuur' die het Natuurgebiedsplan in veel gevallen
voorschrijft. Dat is voorstelbaar, maar ik denk toch dat
we heel erg zuinig moeten omgaan met de gebieden
die als nieuwe natuur zijn aangewezen. Waar natuur de
belangrijkste nieuwe functie is van een gebied, moet
het beste eruit gehaald worden wat erin zit. Er daarin
maakt het Natuurgebiedsplan weloverwogen keuzes.
Dat neemt niet weg dat de voorkeur van een flink deel
van onze samenleving voor meer besloten, boom- en
struweelrijke natuur serieus genomen moet worden.
Maar voor dat type landschap is in Zeeland bijna onbe
perkte ruimte: elk agrarisch gebied in de provincie kan
door toevoeging van groene elementen als hagen en
bosschages veranderen in een agrarisch natuurland
schap. En daar is Stichting Het Zeeuwse Landschap sterk
voor! De vraag is dus wat mij betreft niet zozeer of we
een andere invulling aan de nieuwe natuurgebieden
moeten geven, maar eerder hoe we effectieve metho
den kunnen vinden om het platteland grootschalig
natuurlijker, en daardoor waardevoller te maken.
Dr. M.A. Hemminga is directeur van Stichting Het
Zeeuwse Landschap.