Holenduif. (Stichting Landschapsbeheer Zeeland)
's Avonds wordt regelmatig de kerkuil gesignaleerd en
ook is er wel eens een bunzing gezien.
In de moestuin
De moestuin is nog net zoals vroeger. Een stevige mei
doornhaag staat er omheen om het vee van de groen
ten weg te houden. Aan de ingang van de moestuin
staat nog een oude appelboom. Er komen jaarlijks
prachtige appeltjes aan, die pas na lang bewaren iets
eetbaar worden. Telkens als de stokoude haag om de
tuin gesnoeid wordt, sta je verbaasd van het aantal
nesten dat daar in zit. Verschillende vogels zoeken er
niet alleen een plekje om te broeden, maar ook een
goede plek om zich te verstoppen. De doornstruiken
houden allerlei roofvogels of katten uit de buurt, die
het gemunt hebben op de vogeltjes zoals winterkoning
en roodborst. Onder de haag zorgen de opruimers als
schimmels, pissebedden, slakken en wormen voor het
wegwerken van gevallen blaadjes of dode takken. Zij
trekken op hun beurt weer egels en verschillende soor
ten kleine zoogdieren aan, zoals spitsmuizen of een
wezel. Ook takkenrillen zijn ideale verblijfplaatsen voor
kleine vogels en zoogdieren. Daarbij komt dat het
tevens handige opbergplaatsen voor snoeihout zijn. Ze
zijn eenvoudig en op elke plek te maken.
De moestuin op dit erf is nu bloementuin. Het leuke is
dat er alleen inheemse struiken en bloemen staan. Het
gonst er letterlijk van de insecten. Zweefvliegen, vlin
ders, bijen en zelfs libellen vliegen er rond. De meeste
insecten zijn verzamelaars, maar er zijn duidelijk ook
snoepers aanwezig. Op bloemen wordt stuifmeel en nec
tar als voedsel verzameld. Er vliegen ook bouwers rond
die materiaal komen halen om hun nest mee te bouwen.
Behangersbijen knippen handig stukjes uit de bladeren
om er hun nestgang mee te bekleden. De bodem is hier
en daar kaal. Dat is ideaal voor bodembewonende insec
ten als zandbijen. Zij graven hun holletjes in de bodem.
Samenhang
Bij het treffen van maatregelen voor de natuur wordt
vaak gedacht aan het ophangen van nestkastjes, inzaai
en van kruidenmengsels en graven van waterpartijen.
Helaas is het niet altijd zo simpel. Er moet samenhang
zijn. Een dier moet er alles wat hij nodig heeft kunnen
vinden om zich er te kunnen vestigen. Niet alleen een
slaapplaats, maar ook voedsel, voortplantingsplaatsen,
schuilplaatsen, overwinteringsmogelijkheden en soms
ook nog oriënteringspunten. Vaak vragen mensen wat
ze kunnen doen om meer natuur op hun erf te krijgen.
Het zou beter zijn dat we juist eens iets meer zouden
laten: minder harken, minder opruimen en maaien. Een
erf waar eens een hoopje stenen mag liggen of een sta
pel met takken, waar een dode boom mag blijven
staan en waar ruimte is voor planten die er van nature
voorkomen, zal veel meer aan natuur te bieden hebben
dan een keurig erf dat vol hangt met nestkasten of
waar allerlei exotische bomen en struiken aanwezig zijn.
Mw. S.M.A.J. Dobbelaar is medewerkster voorlichting
en cultuurhistorie bij Stichting Landschapsbeheer
Zeeland.
Bloeiende boom
gaard op een tradi
tioneel boerenerf.
(Stichting
Landschapsbeheer
Zeeland)
7