B jl~ 17 7. De Prunje Tussen Serooskerke en Moriaanshoofd ligt een poelge- bied dat helaas door de N59 gescheiden wordt in een noordelijk en een zuidelijk deel. Sinds mensenheugenis waren deze gronden door zoute kwel en slechte afwate ring zeer nat. 's Winters stond het hele gebied soms maanden onder water. Bijzonder is dat zich over het op de oude zeeklei gevormde veen geen jonge zeeklei heeft afgezet. Het veen werd al in de Middeleeuwen afgegraven. Zo ontstond een brak kleimoeras waar alleen 's zomers vee geweid kon worden. Zelfs na de her verkaveling van 1953 was het gebied alleen maar geschikt voor extensieve beweiding. In het kader van Plan Tureluur wordt dit in totaal 350 hectare grote gebied nu omgevormd tot een zout-brak oermoeras. Door het aanbrengen van reliëf en het opengraven van oude kreeklopen ontstaat een gebied met overgangen van zout naar zoet en van nat naar droog. Inmiddels begint de zoutvegetatie zich goed te ontwik kelen. Waarschijnlijk zullen in de zoetere delen rietvege taties ontstaan, die dan broedgelegenheid kunnen gaan bieden aan bruine kiekendief, blauwborst, rietzanger en misschien wel roerdomp en lepelaar! De lijst van bijzondere waarnemingen sinds de natuur ontwikkeling is inmiddels indrukwekkend: in 2001 grote grijze snip, morinelplevieren, blonde ruiter, griel en waterrietzanger. In 2002: koereiger, visarend, steppenkie- vit, gestreepte strandloper, Amerikaanse gestreepte strandloper, Siberische strandloper, witwangstern, Amerikaanse wintertaling en grauwe klauwier. In 2003 blonde ruiter en gestreepte strandloper. Dhr G.F.C. van den Ende is lid van de Vogelwerkgroep Schouwen-Duiveland. P> (3) (4) (5) (7) oppervlak in ha. 38 12 15 60 60 31 350 blauwborst b blauwe kiekendief w bontbekplevier b b b b b b b bosrietzanger b b b brilduiker w bruine kiekendief b buizerd w w gele kwikstaart b b b b b goudplevier w graspieper b b b b b b b grauwe gans w b grote stern b grutto b _b b b b b b holenduif b b b ijsgors w ijsvogel w kleine karekiet b b b b b kleine plevier b kleine zilverreiger w w kleine zwaan w kluut b b b b b b b kneu b b b b b knobbelzwaan b b koekoek b b b b krakeend b b kuifeend b b w b b b lepelaar w w w w nachtegaal b nonnetje w Noordse stern b b b b b ortolaan w patrijs b b b b regenwulp w rietgors b b b b b rietzanger b b roodborsttapuit b rosse franjepoot w ruigpootbuizerd w w w slechtvalk w w w slobeend b b w b b b b smelleken w w steenloper w w steltkluut b strandplevier w b tureluur b b b b b b b veldleeuwerik b b b b b visdief b b b b b b b winterkoning b wintertaling b w w b b b b witte kwikstaart b b b b zwartkopmeeuw b De Suzanna en Stoffel Kisters Inlaag, bijna droog gevallen. (Gijs van den Ende) Tabel van kenmerkende soorten langs de Schouwse zuidkust, b broedvogel, w waargenomen. De nummers boven de kolommen corresponderen met de gebiedsnummers in de tekstkopjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2003 | | pagina 17