In dit nummer Uit het landschap Door Marten Hemminga Dynamische duinen p. 3 Duinen lijken soms heel onbewegelijk en tijdloos hun plaats in te nemen. Maar in werkelijkheid is het duinlandschap steeds aan verandering onderhevig. Hoe zijn de Zeeuwse duinen ontstaan en hoe veranderen ze tegenwoordig? Werk in de Yerseke Moer p. 6 De Yerseke Moer is een oudlandgebied van grote klasse. Helaas heeft verdroging de natuur in het gebied tot nu toe onverminderd schade toegebracht. Gelukkig is een oplossing in de maak. p. 10 wat willen we? De laatste jaren zijn her en der in Zeeland op vroegere landbouwgronden nieuwe natuurgebieden aangelegd. Maar wat willen we daar voor type natuur? Gert-Jan Buth pleit voor wetland-natuur. Landschap: uit de kunst! p. 13 In deze rubriek staat dit keer een schilderwerk van Gerard Menken centraal. Het Katse Veer heeft zijn bijzondere sfeer. Gerard licht het zelf toe. Vogelkijkgebieden: de zuidkust van Schouwen Dankzij natuurontwikkeling in het kader van Plan Tureluur staat de zuidkust van Schouwen weer op de vogelaarskaart. Koert Heb je de ganzen al gehoord? Of misschien al gezien? Carolien legt uit waar ze vandaan komen en wat ze hier komen doen. p. 14 p. 18 Landschap in 't kort Agenda p. 20 p. 22 Foto voorzijde: velduil tussen het riet. I (Chiel Jacobusse) Windmolens Ik heb het geprobeerd, maar het lukt me niet om eraan te wennen. De tien reusachtige windmolens die eerder dit jaar in de Willem-Annapolder langs de Westerschelde in gebruik zijn genomen. Ik kom er elke dag langs op weg naar het kantoor van Het Zeeuwse Landschap. Door hun hoogte zijn deze windmolens zo nadrukkelijk aanwezig dat ze het complete landschap tot op vele kilometers afstand domineren. Zelfs de hoogspanningsmasten die vlak voor de polder staan, lij ken plotseling een dwergformaat te hebben gekregen. De majestueuze kerktoren van Kapelle, eeuwenlang al een verstild oriëntatiepunt voor de wijde omgeving, valt aan de horizon weg tegen die onrustige rij van wieken de turbines. De komst van deze nieuwe generatie windmolens in de Willem-Annapolder is een voorbode van wat ons te wachten staat: alsmaar hoger wordende gevaarten die door hun kolossale formaat het landschap een ander aanzien geven. Zij drukken de kleinschaliger vormen en structuren van het historisch gegroeide landschap volle dig weg. En wat te denken van hun effect op de open heid en weidsheid van de provincie. In het Waddenbulletin stond ooit: "Landschappelijk betekenen windmolenparken een omkering van de landschapsbele ving. Geen gevoel van openheid tot de horizon, maar een hekwerk van molens aan de einder". Een hek werk... zo oogt het inderdaad. Met de nieuwe generatie van superhoge windmolens breekt een nieuwe fase van landschapsbederf aan. Willen we die kolossen in het landschap? Steeds meer bekruipt mij het idee dat windenergie voor ons land een doodlopend spoor is in de benutting van schone energie. Wind is een instabiele bron van energie, die nooit meer dan een minimaal deel van onze energiebe hoefte zal kunnen dekken. Maar die benutting van windenergie, hoe beperkt ook van betekenis, dreigt wel buitensporige consequenties voor de omgeving te heb ben. Overstappen op een ander spoor is natuurlijk niet eenvoudig. De ontwikkeling van nieuwe plannen en de bouw van nieuwe windmolens is een rijdende trein die wordt voortgedreven door oude politieke besluiten en bestuursconvenanten. De noodzaak tot consistentie van beleid zou echter niet moeten leiden tot het voortgaan met de plaatsing van nieuwe windmolens tegen beter weten in. Dr. M.A. Hemminga is directeur van Stichting Het Zeeuwse Landschap. «iV?.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 2003 | | pagina 2