4
vrijwel de gehele gordel van oude duinen ver zeewaarts
van de huidige kustlijn. Deze duinen zijn later vrijwel
geheel in zee verdwenen. De Nehalenniatempel uit de
Romeinse tijd, waarvan de restanten in 1647 en de jaren
daaropvolgend op het strand bij Domburg tevoorschijn
kwamen, zal op deze nu verzwolgen oude duingronden
gelegen hebben. Alleen op Schouwen en op een heel
klein stukje van Walcheren worden nog oude duin- en
strandzanden in de ondergrond aangetroffen. Op
Voorne, Goeree en in Zeeuws-Vlaanderen ontbreekt
ieder spoor ervan.
Vorming van de jonge duinen
Vanaf 600 jaar voor Christus begint een fase waarin de
zee steeds nadrukkelijker gaat binnendringen in het
aanvankelijk min of meer gesloten kustgebied. Dat
vindt aanvankelijk alleen lokaal plaats. Eén van de eer
ste gebeurtenissen is het doorbreken van de strandwal-
len in het noordwestelijk deel van Walcheren. Dat moet
hebben plaatsgevonden ergens tussen 600 en 300 voor
Christus. De verdrinking van een steeds groter deel
gaat daarna door tot diep in de Middeleeuwen. Rond
het jaar 1000 is het deltagebied praktisch volledig ver
anderd in een gebied van schorren, platen en geulen
waar de zee vrij spel heeft. Maar vanaf dat moment
begint een nieuwe periode van duinvorming: de 'jonge
duinen' ontstaan. Omstreeks het jaar 1600 zijn deze
jonge duinen grotendeels gevormd. De duinen die
tegenwoordig op de koppen van Zuid-Hollandse en
Zeeuwse eilanden liggen, behoren allemaal tot deze
jonge duinen. Wel zijn op Schouwen nog forse restan
ten van de oude duinen onder de jonge duinzanden
aanwezig, waarschijnlijk plaatselijk zelfs nog tot hoog
ten van vijf meter boven N.A.P. Overigens zijn deze
oude duinzanden alleen door experts van de er boven
liggende jonge duinzanden te onderscheiden; daarvoor
zijn archeologische en chemisch-bodemkundige analy
ses vereist.
Voor de vorming van de jonge duinen zijn miljarden
kubieke meters zand nodig geweest. Het fijne schelp-
gruis dat in de jonge duinzanden aanwezig is, en het
vaak hoge kalkgehalte, wijzen erop dat het zand uit het
ondiepe kustwater is aangevoerd. De verplaatsing van al
dat zand van de zeebodem naar de stranden zal niet
zonder consequenties zijn gebleven. Het is waarschijnlijk
dat de meer oostelijke ligging van de jonge duinen ver
geleken met die van de oude duinen, mede veroorzaakt
is door erosie van de onderzeese kustbodem.
Het proces van duinvorming
De zee heeft dus de absolute hoofdrol gespeeld in de
aanvoer van zand voor onze duinen. Maar daarna is de
wind de belangrijkste factor geweest in het proces van
duinvorming. Vanaf windkracht 3 a 4 begint droog
zand te verstuiven, en dat des te meer naarmate de
wind harder waait. Met storm kan in korte tijd een
Vorming van
een nieuwe zeereep
op het strand voor
Oranjezon. (Marten
Hemminga)
AP