13
nog alleen onder de perfecte weersomstandigheden.
Deze omstandigheden leiden altijd tot ondertellingen,
want zelfs onder de meest optimale omstandigheden
zijn er altijd wel kikkers die even niet roepen als je langs
loopt. Onderzoek in Duitsland heeft aan het licht
gebracht dat in een afgezonderde en goed bestudeerde
populatie met 46 mannen er tussen eind april en begin
juni maar één topavond was en dan nog met maar 25
tegelijk keffende mannen! Tel uit je winst! De verklarin
gen zijn legio. Weersgesteldheid is belangrijk en dan
zijn er natuurlijk de vroege, snelle kikkers en de trage
kikkers.
Dat het roepen een belangrijke bijdrage in het verlei
den vormt, wisten we al lang. Het geluid van boomkik
kers draagt ver en hoe meer er bij elkaar zitten te kwa
ken, hoe verder het geluid komt en daar komen de
vrouwen uit de wijde omgeving op af. Dat zijn kennelijk
de beste poelen. Eenmaal bij de poel aangekomen, wor
den de dames selectief. Uit onderzoek weten we
inmiddels dat de kikkermannen een vocale truc hebben
om de vrouwen te verleiden. De vrouw paart bij voor
keur met de man van haar geluidskeuze. Maar het roe
pen kost de mannen bergen energie en hoe verdeel je
die energie om het heilige doel te bereiken? Bovendien
maak je jezelf met roepen ook erg populair bij roofdie
ren, dus moet je met je enthousiasme toch ook weer
gedoseerd en vooral slim omgaan, want in de snavel
van een reiger is het snel klaar met de reproductie.
Boomkikkers kennen een heel spectrum van vocalisaties.
Er zijn kikkers, die aanhoudend en doordringend roe
pen en er zijn kikkers die op een gedempte toon roe
pen. Er zijn schorre kikkers en giechelkikkers. Je hebt de
lange roep en de korte roep. En je hebt de sneeky roep:
snel en kort roepen als de anderen even moegeroepen
zijn en pauzeren. En dan maar hopen, dat er net een
vrouw aan de waterkant is gearriveerd. Er zijn in de
vocale verleiding verschillende strategieën te herken
nen. De kikkers met de doordringende, verreikende en
aanhoudende roep kunnen maar een of twee nachten
naar de poel komen en zijn dan voor de rest van het sei
zoen uitgeput en voor de voortplanting afgeschreven.
Maar dat zijn de kikkers die durven, die 'alles of niets'
gokken. Deze kikkers proberen in hun korte tijd aan de
waterkant zo veel mogelijk paringen voor hun rekening
te nemen. Ze mikken al hun pijlen op de heel korte
periode waarin de hoofdmacht van de vrouwen naar
het water komt. Gokken ze te vroeg ofte laat, dan heb
ben ze niks! De low profile zacht roepende kikkers
investeren in hun uithoudingsvermogen en zetten hun
kaarten op een langere periode. Nacht in, nacht uit zit
ten ze op dezelfde plek. De kikkers-met-de-afwijkende-
roep horen we aan de randen van de grotere koorzan
gen en die 'vangen' de vrouwen op die een omzwerven
de route hebben. Ze proberen in toonhoogte op te val
len en daar hun voordeel mee te doen. Er zijn vele
orkesten en ieder orkest telt vele muzikanten, maar
slechts enkele springen er uit. We kunnen niet allemaal
Pavarotti zijn, maar ook niet iedereen houdt van
Pavarotti.
Zorgenkindje
Wat je hoort, is wat je telt. Zo kunnen deels de aanzien
lijke schommelingen in aantallen worden verklaard. In
de drie Zeeuws-Vlaamse bolwerken werden in 2002 vijf
honderd boomkikkers geteld, maar in 2003 slechts 320.
Een afname van veertig procent! Reëel of niet?
Vermoedelijk niet. Het weer van 2003 gaat met hoogte
records de boeken in, behalve de periode tussen 10 en
25 mei; het was toen koel en regenachtig en juist in
deze periode zijn de kikkers in hun prime time!
Opvallend is wel, dat er later in de zomer veel jonge
exemplaren zijn gezien. Het was eigenlijk gewoon een
pechjaar om te tellen, maar dat zegt nog lang niet alles
over het aantal of de reproductie.
Voor de komende jaren wordt vooral Aardenburg een
zorgenkindje. De populatie is klein, erg verdeeld en geï
soleerd en bovendien kan de Stichting vanwege het ver
snipperde grondbezit en de bijzondere archeologie er
maar weinig stimulerende maatregelen nemen. Juist
daarom wordt het van groot belang om de infrastruc
tuur voor kleine grondgebonden diersoorten in de rich
ting van het noordwesten heel snel op orde te brengen.
En het ware beter om het leefgebied tussen
Aardenburg en Cadzand niet verder te versnipperen.
Want boomkikkers zijn weliswaar heel ambulant en fysi
ologisch goed aan ons klimaat aangepast, maar er zijn
van die hobbels, die nemen ze net zo moeilijk als een
ongeoefende rekruut een stormbaan neemt.
Drs. R. Beijersbergen is hoofd van het district Zuid van
Stichting Het Zeeuwse Landschap.
Roepende
boomkikkerman.
(I. Vermeulen)