WH?
Bijna verdwenen:
Baarsdorp
W„
nIDSCHAtt
Door Jan Karkdijk
ie over de A58 Goes nadert vanuit de richting Middelburg, passeert het bord dat de afslag naar het
benzinestation 'Vliedberg' aankondigt. Ongeveer op dat moment rijd je over de plaats van de eeuwenoude
voorburcht die bij de vliedberg van Baarsdorp hoorde. De archeologische restanten van de voorburcht
hebben plaatsgemaakt voor het asfalt van de snelweg, maar het vliedbergcomplex, de kerkhofmuur en het
geslonken dorpje Baarsdorp zijn er nog steeds. Het Zeeuwse Landschap heeft onlangs de kerkhofmuur
hersteld en heeft het voornemen het aanzicht van het vliedbergterrein te verbeteren.
van het dorp geknakt.
Hoewel deze verklaring voor veel gereduceerde kernen
in Zeeland opgaat, schiet ze tekort voor dorpen in de
Zak van Zuid-Beveland. In zijn proefschrift 'Zuid-
Beveland' wijst Dekker er al op dat dorpen op de smalle
kreekruggen temidden van grote, lage, natte poelgebie-
den op Zuid-Beveland weinig bestaansmogelijkheden
hadden. In de poelgebieden vond in de late
Middeleeuwen volop moernering plaats. Dat leverde wel
inkomsten op, maar slechts tijdelijk. Na de moernering
bleef er een nog lager gelegen, hobbelig en nat weiland
achter, dat gebruikt werd voor vetweiderij. 's Winters
stonden de poelen onder water, waardoor de dorpen
soms maandenlang in een isolement verkeerden. Op de
smalle kreekruggen werd akkerbouw bedreven. Maar
die bood niet aan veel mensen een bestaansmogelijk
heid. De dorpen bleven klein. Want weinig boeren bij
elkaar trokken ook geen ambachtslieden of handelaren
voor blijvende vestiging naar het dorp. Terwijl op de
brede kreekruggen van Zuid-Beveland nederzettingen
meer kansen hadden om uit te groeien en dat ook
deden (Yerseke, Kapelle, Goes, 's-Heer Arendskerke),
stagneerde de ontwikkeling van kernen als Baarsdorp,
Sinoutskerke en Nisse.
Baarsdorp met kerkhofmuur en vliedbergcomplex
anno 2004. Nanda van den Berg)
Baarsdorp is een van die vele kleine gehuchten in Zeeland
die ooit een groter en aanzienlijker dorp waren. In de
loop der eeuwen groeiden ze echter niet uit tot bloeiende
nederzettingen, maar krompen ze geleidelijk. De kerk
werd geslecht en van het oude dorp bleef een schamel
groepje huizen over. Sinoutskerke, Eversdijk, Vlake en
Baarsdorp zijn een paar Zuid-Bevelandse voorbeelden.
Sommige dorpen verdwenen zelfs geheel van kaart, niet
door verdrinking, maar simpelweg omdat na vele jaren
teruggang er geen mensen en huizen meer over waren.
Groei of krimp
Waarom groeiden zoveel dorpen in Zeeland niet uit tot
een bloeiende nederzetting? Vaak wordt gewezen op de
beslissende rol die de kerk daarin speelde. De eigen kerk
en parochie waren in de Middeleeuwen bepalend voor
het tot bloei komen van het dorp. In de tweede helft
van de zestiende eeuw, tijdens de Opstand tegen Spanje,
werden veel kerken in puin gelegd. Lang niet alle kerk
gebouwen werden later weer hersteld. Financiële over
wegingen speelden hierin een rol. Het puin van de ene
kerk werd soms gebruikt om een andere op te bouwen.
Werd de kerk niet meer opgebouwd, dan was de groei
Baarsdorp op de Visscher - Romankaart uit 1655.
Kerk en windmolen zijn er nog, maar het slot is al
verdwenen.
Hollebollig grasland
Kerkhofmuur
«*■3 Heg
- Vliedberg
Verhoging in maaiveld
T] Laagte in maaiveldy