mmmmm
Ê$V^Wv£t$$s
16
Laag gelegen,
zandig en vochtig
oeverland in het
Dijkwater-gebied,
met massaal bloei
ende grote ratelaar
en rietorchis. De
voormalige zeearm
Dijkwater werd in
1954 afgedamd.
(Gert-Jan Buth)
strak en plat. Een echt product van het rationele den
ken in de jaren vijftig. Dit had onder andere tot gevolg
dat in het oude stroomgebied van het Dijkwater talloze
binnendijken werden afgegraven, zoals op het kaartje
C te zien is, en dat hoogteverschillen in percelen geëga
liseerd werden.
Natuurgebieden
Alhoewel door de herverkaveling van de jaren vijftig de
'leesbaarheid' van het middengebied van Schouwen-
Duiveland veel lastiger geworden is, is het nog steeds
een aansprekend gebied om in rond te zwerven, zeker
met enige historische voorkennis. Het basis-dijkenpa-
troon is nog redelijk in tact, en daarnaast zijn andere
landschaps- en natuurwaarden tot ontwikkeling geko
men, zoals het Dijkwater-natuurgebied, en buitendijks
de Grevelingenkust ter hoogte van Zonnemaire.
Beginnend bij de polderdijken valt op dat de kruidenve
getatie van de botanisch 'betere' dijken verschilt van die
van bijvoorbeeld van de Zak van Zuid-Beveland of
Tholen. Het gaat dan vooral om dijken gelegen tussen
Zonnemaire, Noordgouwe en Dreischor. Het zijn dijken
met een zandige bodem waarop regelmatig soorten als
echt walstro, kruisdistel, akkerhoornbloem, muizeoor,
en plaatselijk beemdkroon zijn aan te treffen, welke
(nagenoeg) ontbreken op dijken in de Zak Daarnaast
kenmerken de Schouwse dijken zich juist ook door het
ontbreken van een aantal echte Zeeuwse dijkplanten,
zoals marjolein, glad parelzaad en aardaker. Waarom
die soorten hier niet voorkomen is onbekend. Misschien
gewoon vanwege het toeval in combinatie met de
oude eilandsituatie: zaad van deze soorten heeft deze
streek in onvoldoende mate bereikt. Van het in 1954
binnengedijkte Dijkwater, gelegen tussen Dreischor en
Sirjansland, resteert een erg fraai en uitgestrekt kreek
natuurgebied. De kreek is nog tamelijk zout, en in de
oeverzone is in de vegetatie, wat betreft soortensamen
stelling, een overgangszone tussen zout en zoet te her
kennen, met soorten als aardbeiklaver en smalbladige
rolklaver. Iets verder van de kreek, buiten het bereik van
zout grondwater, verandert de graslandvegetatie in een
ouderwets soortenrijke hooiweide-gemeenschap, waar
in plaatselijk massaal ratelaar en orchideeën-soorten
voorkomen. Cultuurhistorische overblijfselen zijn er ook
in het Dijkwater, zoals de oude zeedijk met een De
Muralt-muurtje erop, en overblijfselen van enkele land-
bouwhaventjes.
Tamelijk recent vond er in tussengebied van Schouwen
en Duiveland wederom een ingrijpende landschapsver
andering plaats, maar dit keer buitendijks. In 1971 werd
met de sluiting van de Brouwersdam de Grevelingen
getijloos. Een uitgestrekt slikplatengebied ter hoogte
van Zonnemaire, de Slikken van Bommenede (ongeveer
90 hectare), begon toen, vanaf de 'nul-fase', met de
ontwikkeling van een vegetatiedek. De eertijds kale
plaat is nu nagenoeg geheel begroeid, en plaatselijk
zijn struweeleilanden tot ontwikkeling gekomen. Door
de vlakke ligging, en doordat enkele brede kreken diep
het gebied in slingeren, is een groot deel van de bodem
nog zout. In de nazomer is die grens tussen zout en
zoet heel mooi te zien, doordat éénjarige zoutplanten
als zeekraal en schorrekruid in hun nadagen dan knal
rood kleuren. Als men dan staand op de voormalige bui
tendijk het gebied overziet, gaat het over van struweel
naar groen grasland, een brede rode zone, kaal zand,
open water, en in de verte eindigend met de
Veermansplaat midden in de Grevelingen, met daarach
ter de vage contouren van Flakkee. Echter, op elk
moment van het jaar is het uitzicht hier eindeloos, ver
en gaaf; een zeer fraaie 'buitendijkse Belvédère', en ook
die zijn al zeldzaam aan het worden in Zeeland.
Dr. G.J.C. Buth is stafmedewerker grondzaken en projec
ten van Stichting Het Zeeuwse Landschap.